Stef Bos is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader.
Bijna lente. Lente in een tijd van verandering. Een verandering die twee lentes geleden begon toen opeens alles stilstond door de dreiging van een pandemie.
Ik stond aan het begin van een toer in Nederland met een nieuwe cd: Tijd om te gaan leven. Wat een timing om met zo’n titel op de proppen te komen.
Na twee weken try-outen nam ik het vliegtuig naar Kaapstad om mijn gezin op te halen maar Corona zette alles op zijn kop. Ik zat daar opeens vast in een full lockdown. Iedereen moest in huis blijven. Eén keer per dag mocht één persoon naar buiten om boodschappen te doen. Vastgevangen in een huis midden in een stad die ik redelijk goed kende. Dacht ik.
Een gezicht van stilte
Opeens liet die stad haar andere gezicht zien. Een gezicht van stilte. Ik hoorde in de ochtend vogels die ik nog nooit had gehoord door de drukte van het spitsverkeer. Er was iets louterends aan die stilte. Alsof de wereld al tientallen jaren zichzelf voorbijliep en het nooit in de gaten had gehad. Daarvoor was stilte iets voor een vakantie in de bergen of een verblijf in een retraite-oord. Het soort stilte dat als een oplader werkt om er daarna weer vol in te gaan.
Al worstelde ik met het idee dat ik niet kon spelen –zingen is een soort geestelijk ademhalen voor mij – voelde ik tegelijk dat het een moment was van herdefiniëren, van eens nadenken over de weg die tot dan toe was afgelegd. Ik zag het bij veel mensen die ik kende. Het gezinsleven stond ook opeens centraal.
Stilte als nieuw geluid
Die stilte was een nieuw geluid. Een kans om met zijn allen het systeem van haast waarin we gevangen zaten eens onder ogen te zien. Om vragen te stellen over een model waarin de groeicijfers van economie en welvaart dikwijls belangrijker waren dan ons welzijn en de samenhang van ons samenleven. Dat laatste stond al jaren onder druk want er was een groeiende polarisatie gaande over allerlei onderwerpen. Signalen van onvrede en leegte die niet gevuld konden worden door een doorgedreven materialisme. Fundamenteel geluk is niet te koop via Bol.com. Opeens lag er een kans en een open ruimte om het roer om te gooien.
Een halfjaar later toen ik in het najaar van 2020 in beperkte omstandigheden weer mocht spelen, stond ik opeens als vanouds drie uur in de file op de ring van Antwerpen en dacht: daar gaan we weer.
Beteugelen van de pandemie
De politiek richtte zich met recht en rede op het beteugelen van een pandemie maar liet de kans liggen om in de moeilijkheden mogelijkheden te zien. De solidariteit die in het begin zo ontroerend was kreeg opeens een grimmigheid. Omdat er maar één weg naar de vrijheid werd gesuggereerd. Het verschil in opvatting over hoe om te gaan met zo’n crisis kreeg te weinig ruimte. Sterker nog, de mensen gingen elkaar nog heviger te lijf dan voorheen over allerhande onderwerpen waarvan de media wel pap lusten.
Een nieuwe lente, een nieuw geluid. Het kan nog steeds. Ik ben een optimist en geloof dat de mens zichzelf kan verbeteren. Dat heb ik ook geleerd in mijn eigen leven met vallen en opstaan. Daar heb je in eerste instantie maar één ding voor nodig. Stilte. Stilte om tot inkeer te komen. Stilte als een nieuw geluid.
Nooit meer missen?
Stef Bos (1961) is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader. Stef is getrouwd met de Zuid-Afrikaanse kunstenares Varenka Paschke. Samen hebben ze drie kinderen: zoon Kolya (11) en dochters Lorelei (9) en Vonkie (4). Ze wonen afwisselend in Zuid-Afrika en in Vlaanderen. Stef staat op het moment weer in de Nederlandse en Vlaamse theaters en maakte samen met kunstenaar Peter Verstraten het boek Achtbaan.
Nooit meer een column van Stef missen?
Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.