BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Uit de schaduw, in het licht

Uit de schaduw, in het licht

‘Als ‘buitenvrouw’ ben je geen heks of een zielig typje’

Christine Visser had bijna twintig jaar een relatie met de getrouwde acteur Wieger, waarvan vrijwel niemand wist. Hoe kun je dan openlijk rouwen na zijn overlijden? Ze schreef er een boek over, Schaduwweduwe, waarin ze uit de schaduw stapt en het licht zoekt. ‘Het is een ode aan onze liefde.’

Christine was 26 en naar eigen zeggen behoorlijk dweepziek toen zij de getrouwde acteur Wieger voor het eerst zag. Een hele knappe man. “Foute boel,” zei ze tegen haar vriendin Aster. “Ik weet zeker dat ik smoorverliefd op hem ga worden.” Dat vertelde ze hem niet omdat ze dat te kwetsbaar vond; bang dat haar hart gebroken zou worden. “Ik was in stilte verliefd. Dat sudderde zo’n beetje door. Af en toe zocht hij toenadering en flirtte hij een beetje, maar ik kon gewoon niet geloven dat hij het meende. Tot oud en nieuw 2001/2002 – vijf jaar na onze eerste ontmoeting. Toen zag ik duidelijk dat hij in mij geïnteresseerd was. Ik kende hem inmiddels goed genoeg om te weten wat voor soort man hij was en waar ik aan begon. Ik wist dat hij een ‘scharrelaar’ was en vriendinnen had naast zijn vrouw.

Misschien wilde hij alleen een affaire, zoals hij vaker had. Maar ik wilde meer dan dat; ik was al zo lang verliefd. Ik wist ook dat hij zijn vrouw niet zou verlaten. Dat hij niet voor mij zou gaan als ik hem zou dwingen een keuze te maken. Hij hield heel veel van haar; dat vond ik mooi. Als hij toen iets naars had gezegd over haar of over zijn huwelijk, had ik meteen al mijn respect voor hem verloren. Maar ik was heel erg verliefd. Ik hoopte dat het ook voor hem echte liefde zou zijn, wat het voor mij al was. Ik wilde hem, ik wilde liefde, ik wilde lang.” Christine stapte daarmee in de voetsporen van haar vader, die naast haar moeder ook een vriendin had. Uiteindelijk verliet haar vader zijn vrouw en is hij tot op de dag van vandaag samen met zijn vriendin. “Ik gebruik dit verhaal als spiegel voor mijn eigen verhaal,” zegt Christine. “Als kind stond ik vierkant achter mijn moeder. Zag hoe gekwetst zij was. Was woedend op hem omdat hij gelogen had. En op zijn vriendin: drie is te veel, wegwezen! Ik was in de schoenen van de vriendin van mijn vader gestapt, al woonde Wiegers dochter niet meer thuis. Dan kantelt je blik.

Ik begrijp dat de familie het ‘die andere vrouw’ kwalijk neemt. Alleen: iederéén wijst met een bestraffende vinger naar die andere vrouw. Nu ik het van de andere kant meemaakte, merkte ik dat onze relatie kon bestaan naast die van Wieger en zijn vrouw. Die ging er niet aan onderdoor. En hun liefde ging er ook niet aan onderdoor. Aanvankelijk wist ze niet van onze verhouding. Hij heeft het haar – zoals we hadden afgesproken – verteld toen ik onze zoon kreeg. Wieger heeft toen op haar verzoek met mij gebroken. Toen we later weer bij elkaar kwamen, wist zijn vrouw het weer niet. Dat is natuurlijk de lelijke kant. Daar ben ik me altijd bewust van geweest. Ik laat in mijn boek zien dat ik mezelf zeker niet vrijpleit, of hem, of ons. Ik probeer wel inzichtelijk te maken hoe zo’n relatie zich ontwikkelt, hoe mooi het was en hoe makkelijk het is zo’n situatie zonder meer te veroordelen.”

Geen tweede plek

“Mensen om mij heen begrepen niet dat ik genoegen nam met die tweede plek, met de kruimels die overbleven. Daar vonden ze me helemaal niet het type voor. Maar dat komt omdat er geen tweede plek wás! Er was gewoon plek: míjn plek. Die plek maakte híj. Als hij bij mij was, dan was hij bij mij. Als wat ik kreeg alleen de kruimels waren, dan was dat meer dan genoeg. Dat was voor mij een hele maaltijd. Wieger was heel véél: uitbundig, grote gevoelens. Ik wilde sowieso al nooit samenwonen, maar met hem al helemaal niet. Dat was nooit goed gegaan. Ik had me ofwel volledig aangepast en me laten ondersneeuwen, of ik had hem de tent uitgevochten. Ik heb met mijn boek duidelijk willen maken dat een minnares een zelfstandige, onafhankelijke vrouw kan zijn. Dat je als ‘buitenvrouw’ geen heks bent en ook geen zielig typje dat geen andere keuzes heeft en hier maar genoegen mee moet nemen. Die keuzes heb je namelijk wél: zelf weggaan, het uitmaken. Maar voor mij was het prima zoals het was. Ik ben erg gesteld op mijn onafhankelijkheid en mijn zelfstandigheid. Als hij er was, hadden we een mooie avond. Ging hij weer weg, dan leefde ik mijn eigen leven: ook mooi. Ik was tevreden met deze situatie: ik had de leukste man, maar hij ging gelukkig wel weer naar huis. Dat past bij mij en dat paste ons.”

Schuldige liefde

‘Mijn verhaal is dat van de grote liefde waar ik lang op wachtte,’ schrijft Christine in haar boek. ‘Een schuldige liefde, weliswaar, bezoedeld door wat haar wordt aangedaan, door geheimen en zwijgen (…). Onze liefde groeide op bedrog, als een bloem op een vuilnisbelt. Het zaakje stinkt, maar de bloem is er niet minder mooi om. Voor degene die zijn neus dichthoudt.’ Een prachtige, beeldende omschrijving van iets wat vanuit het ene perspectief heel zuiver en oprecht is, maar vanuit het andere perspectief toch op bedrog lijkt. “Het zwijgen en het geheim waren wel echt heel naar,” zegt Christine. “Ik stapte er met liefde overheen, omdat ik blij was met wat wij hadden. Je kunt heel duidelijke beelden hebben van hoe dingen moeten in het leven en dan gaat het leven eroverheen en wordt het toch echt heel anders.”

Het heeft de liefde tussen haar en Wieger niet bezoedeld in de zin dat het de liefde lelijk maakte, zegt Christine, maar het was wel het lelijke randje aan een mooie liefde. “Dat wij voor elkaar kozen was geen daad tégen haar. Ook niet van Wieger. Het was eerder een daad óndanks haar. Niet om haar pijn te doen. Of goochel ik met woorden om mezelf vrij te pleiten?” vraagt ze zich af. “Ik weet niet of dat zo is. Je kunt jezelf van alles wijsmaken om het mooier te maken dan het is. Maar het voelde wel zo: het was echt voor ons dat we het zo gedaan hebben. Je kunt dat een heel egoïstische en egocentrische keuze vinden. Ik begrijp dat heel goed. Dat is het ook. Maar ik denk dat liefde in eerste instantie gewoon het bevredigen van je eigen verlangens naar iemand is. Je leeft je leven zoals jij het ’t mooist vindt. En soms is iets mooi wat vanuit een ander perspectief lelijk is.”

Wiegers laatste appje Als Wieger en Christine bijna twintig jaar samen zijn, slaat het noodlot toe. Wieger had kanker – al lange tijd. Na een scan blijkt dat hij in de laatste fase zit: zijn hele buik zit vol. Hij zal niet meer beter worden. Christine is er – samen met Wiegers vrouw Roos – bij als Wieger de uitslag hoort. Stel niets meer uit, zegt de arts.


[1] De naam Wieger is een pseudoniem.

Verder lezen?

Lees het vervolg van het verhaal van de schaduwweduwe in Zin 11. Nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.