Bart Chabot: ‘Nico Dijkshoorn is een van de beste en een van mijn favoriete columnisten’
Nico Dijkshoorn:
“21 jaar oud was ik toen Bart Chabot zijn klauwen om mijn keel legde en het leven er niet uit perste maar het juist mijn lichaam in liet stromen. Ik stond in de zaal toen hij op 8 oktober 1981 in Paradiso over het podium raasde.
Ik kende de verhalen. Mensen die geen idee hadden wat ze met de rest van hun leven gingen doen, lagen bij een mondhygiëniste met de voeten omhoog en het hoofd omlaag, en opeens wisten ze het: ze gingen iets met gebitten doen.
Ik kende ook het verhaal van onze Ome Ko, die zelf braadharing maakte, die Sjaak Swart naar de grond sloeg omdat hij lakschoenen droeg en die alleen de laatste zeshonderd meter van de Amsterdamse Marathon mee had gelopen. Opeens was hij boer.
Hij zag tijdens een vakantie hoe graan werd gemalen en begreep dat daar brood van werd gemaakt. Hij verkocht zijn huis, kocht een boerderij in Graapsma, een klein dorpje vlak onder Oude Schaapsma, en een halfjaar later kregen al zijn kinderen een brood opgestuurd. Precies op die manier raasde Bart Chabot door mijn lichaam. Ik had een kaartje gekocht voor het One Word Poetry festival in Paradiso en luisterde naar de lome gedichten van Linton Kwesi Johnson. Ik weet wat ik toen dacht: oh, zo werkt het. Praat langzaam, kijk alsof je weet wat je doet en de mensen fluisteren: “Het is muzikale poëzie! Leuk hè!” Het was me allemaal te langzaam, te lui en te bedeesd.
Het had zo weinig te maken met The Stranglers, die ik enkele jaren eerder op hetzelfde podium iedereen kapot had zien spelen. In mijn herinnering werd Linton op zijn stoel van het podium gedragen. Applaus. Even was er een weldadig niets en daarna raasde Bart Chabot dwars door mijn schedel. Hij kwam op in een zwart pak en droeg een zwarte bril. Hij schreeuwde zijn gedicht
De Dag Dat De Derde Wereldoorlog Ook Aan Ons Land Niet Onopgemerkt Voorbij Ging
en ik herinner mij precies wat ik dacht tijdens zijn voordracht.
Dit Mag Dus Ook! Jezus, kijk dan, dit mag dus ook. Je mag bewegen en toch blijft het kunst. Kijk hem gaan, kijk dan, hij holt over het podium met een boekje in zijn hand. Stond ik nou opeens met vierhonderd wildvreemde mensen om me heen keihard te lachen om de Derde Wereld- oorlog? Mocht dat wel, lachen om een gedicht? Ik wachtte doodsbang op de verdieping, de wijze les, maar Bart accelereerde. Kijk dan!
Dit leek verdacht veel op plezier. Dit had heel erg veel weg van een verlossende kerkdienst diep in het zuiden van de Verenigde Staten. De ramen van Paradiso hielpen een beetje. Bart versnelde nog eens. Voorovergebogen schreeuwde hij zich naar het eind en nooit was het stiller in Paradiso na de laatste geschreeuwde punt. Einde. Maar voor mij begon het pas. Bart Chabot trok mij in tien minuten uit de voortkabbelende Amsterdamse klei. Hij leerde mij de belangrijkste les in mijn leven: poëzie mag bewegen, poëzie mag hard. Ik liep de volgende dag anders over straat.
Het leek net of ik ergens heenging. Bart hing om mijn nek en schreeuwde in mijn oor:
“Durf, Nico. Durf!” Pas 25 jaar later en twee kinderen verder volgde ik zijn raad op. Ik werd schrijver. ” ■
Nico Dijkshoorn (1960) is een multitalent. Hij schreef romans, toneelstukken, een boek over kunst en treedt als gitarist en zanger veel op met zijn band The Hank Five. Hij maakte theaterprogramma’s en was tien jaar lang de huisdichter van ‘De wereld draait door’. Hij schrijft columns voor onder meer ‘Het Parool’, levert bijdragen aan ‘Draadstaal’ en ‘Dit was het nieuws’, en leest ook nog audiocolumns voor op de Vlaamse Radio 1. Nico heeft twee kinderen, vier vrienden en Tanja.
Meer columns?
Meer columns lezen van de vrienden van gasthoofdredacteur Bart Chabot? Ook Marcel van Roosmalen schreef een column. Benieuwd. Zin 12 ligt nog tot 14 november 2024 in de winkel. Of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief