Vroeger keken we vol bewondering naar al die prachtige vrouwen op het witte doek of op een podium. Waren we maar net zo knap als zij! Zo’n dertig jaar later zijn we net als zij! Of nou ja, bijna dan. Lifestyle-journalist Karin Kuijpers (1958) schrijft over het ouder worden als onlosmakelijk proces. Psychosociaal therapeut Aart Vrolijk (1958) licht de worstelingen toe die daarmee gepaard gaan.
Tijdens de Parijse modeweek afgelopen oktober dook Pamela Anderson (1967) een paar keer op bij de shows. Mijn allereerste reactie was: zo, zij ziet er niet best uit. Ik wist toen nog niet dat ze al sinds 2019 na het overlijden van haar vaste visagiste zonder make-up door het leven gaat. Wat gelijk maar weer bewijst hoe we in het openbare leven gewend zijn aan vrouwen met een perfect opgemaakt gezicht. Pamela Anderson? Dat is toch die Playmate die in de jaren 90 met een pronte implantatenborst- partij, blonde lokken en gevulde lippen de hoofdrol speelde in Baywatch? Ja die.
Nu kwam ze met alleen een proper gewassen gezicht naar Parijs, het epicentrum van de mode. Het draait er vooral om zien en gezien worden. Niet wat je zegt, maar hoe je eruit- ziet, dat is het spel dat daar gespeeld wordt. Liefst in spectaculaire tenues zodat je voor de lenzen van de paparazzi laat zien dat je een vrouw van de wereld bent. Make-up- artiesten hebben er de tijd van hun leven met het nog mooier maken van al die mooie mensen.
Actrice Jamie Lee Curtis (1958) riep op Instagram dat ze de verschijning van Anderson ‘dapper’, ‘vol moed en rebellie’ vindt. Selma Blair (1972) repte op hetzelfde platform van een ‘prachtige zelfverzekerd- heid’. Een natuurlijke look was al een tijdje een trend bij de ‘normale mens’, maar niet per se bij Hollywood-iconen.
Zonder make-up meer mens
Pamela werd meer mens door haar optreden. Het sekssymbool dat vroeger botox, borst- vergroting en een fillertje niet schuwde, stond daar nu, heel paradoxaal, zonder make-up te midden van de fashion crowd. Ze toonde hoe ze lak had aan hoe een vrouw geacht wordt eruit te zien. De Engelse krant The Guardian grapte nog dat ze in feite deed wat veel mannen doen: naar het werk gaan met een gestreken hemd, in haar geval een mooie jurk, en een gewassen gezicht. Punt.
De verschillen werden minder
Natuurlijk veranderen schoonheidsidealen in de loop van de tijd. Maar wat mij triggerde, was dat ik gelijk meer verbondenheid met haar voelde. Pamela’s schoonheid bleek net zomin eeuwig als die van mij. En dat geldt ook voor filmsterren als Emma Thompson, Brigitte Bardot, Judi Dench, Helen Mirren en Meryl Streep, ik doe maar een greep. En ook wereldberoemde modellen uit de jaren 80 zijn wat meer ‘gerijpt’. Al zijn bijvoorbeeld Cindy Crawford, Naomi Campbell, Claudia Schiffer en Helena Christensen nog steeds prachtig. Daar waren ze dan ook niet zomaar een model voor, maar supermodel, denk ik dan.
In onze jeugd keken we op naar hun schoon- heid en talenten, we vergeleken hen met onszelf en voelden ons onzeker en ontevre- den. Maar naarmate zij en wij ouder werden, werden de verschillen minder. Ook hun gezichten zijn inmiddels getekend door de tand des tijds. Ook zij hebben rimpels, grijs haar en hamsterwangen (indien ze niet te
vaak bij de p-chirurg afspreken). Ook zij maakten ondertussen ellende mee: scheidin- gen, sterfgevallen en/of ziekten. Ze leerden, net als wij, omgaan met afwijzingen en successen in hun carrière. Ook gij Pamela! Ook gij Brigitte! Ook gij Meryl!
Minder tijd = meer bewustzijn
Hoe komt het dat we elkaar sneller vinden als we ouder worden? Dat we nu eerder de verbinding zoeken in plaats van de vergelijking, zoals vroeger? Psychosociaal therapeut Aart Vrolijk (1958): “Het enige dat oudere mensen zeker weten, is dat je korter voor je hebt dan achter je. Dat maakt ons meer bewust van de tijd die ons rest. Veel van wat het leven te schenken heeft, hebben we al mogen ervaren. En als je jong bent, denk je dat je onsterfelijk bent. Op oudere leeftijd besef je steeds meer dat de eindigheid van het leven een onlosmakelijk onderdeel is van je bestaan. Daar moeten we niet spastisch over doen. Ons lichaam verandert en dat proces is organisch, logisch en niet te keren. We verliezen spiermassa en krijgen te maken met slijtage aan bijvoorbeeld onze gewrichten, hersenen, hart en bloedvaten.”
En wat gebeurt er geestelijk met ons?
Vrolijk: “In het boek De levensloop van de mens beschrijft psychiater en antroposoof Bernard Lievegoed de zeven levensfasen. De ouder wordende mens beschouwt hij als een unieke fase waarin levenservaring tot levenswijsheid rijpt. Er komt meer ruimte om je innerlijke leven verder te ontplooien en de vruchten daarvan over te brengen naar de samenleving. We hoeven ons niet meer te bewijzen en dat geeft zelfvertrouwen en rust. Je persoonlijke ambities maken plaats voor een behoefte om met jouw kennis, wijsheid en ervaring een bijdrage te leveren aan de volgende generatie. Hierdoor zijn we minder gefocust op elkaars verschillen maar meer gericht op elkaars raakvlakken.”
Je bent van 1958. Wie was de Aart Vrolijk toen hij 32 was en wie is de Aart Vrolijk van nu?
“De Aart van 32 was vooral bezig of er van hem gehouden werd en was daarin grenze- loos. Mijn wilde haren gingen langzaamaan verloren en maakten plaats voor meer intro- spectie en zelfreflectie. Die weg naar het innerlijk verliep wel met een hoop verwar- ring, hobbels, kuilen, crises, dalen en het niet meer weten. De Aart van nu is een oudere versie van de jongere maar hij ziet dat onder ogen. Ook al zit de strijd er soms nog in dat hij denkt dat hij nog precies hetzelfde kan als toen hij 32 was.”
Lachend: “Ik heb problemen met mijn gehoor, maar ik heb geleerd om blij te zijn metwaternogwelisenwatiknogwelkan. Als je blijft mokken over wat je overkomt, kijk je achterom. Als je vooruitkijkt doet het minder zeer. Ik hoef niet meer tien kilometer onder de vijfenveertig minuten te lopen. Vijftig is ook prima. En sinds twintig jaar loop ik met een vriend jaarlijks een week in de bergen, dat doen we nog steeds maar wel voorzichtiger. We maken volwassener inschattingen.
Moeten en willen
‘Moeten’ en ‘willen’ maken plaats voor ‘mag ik’ en ‘kan ik’. Ik hoef niet meer de Mont Blanc te beklimmen. Ik hoef niet per se een hele avond naar een verjaar- dag, een uurtje is ook goed. Er is meer zelfacceptatie. Ik leer steeds beter mijn eigen standpunten tegen het licht te houden. Tien jaar geleden deed ik dat nog niet. Soms schrik ik nog van mijn eigen hoekigheid, maar ik durf mijn schaduw gemakkelijker onder ogen te komen. Ik merk dat ik milder en toleranter ben geworden in de communi- catie met anderen. Ik vind het mooi wat de filosoof Emmanuel Levinas zegt, althans zo interpreteer ik het: ‘Je hebt de ander nodig om jezelf te kunnen ontmoeten. De ontmoeting met een ander mens die zijn gelaat toont, is de eerste ervaring die het bewustzijn doet ontwaken.’”
TEKST: KARIN KUIJPERS
Verder lezen?
Benieuwd naar het vervolg van dit verhaal over de worsteling van het ouder worden? Je leest het in Zin 13. Nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief