
Ilse Warringa
'Ik ben altijd bang dat ik iets mis'
50 worden ‘hakte er enorm in’. Die leeftijd accepteren vindt schrijver, regisseur en actrice Ilse Warringa (1975) best lastig: ze gaat de tweede helft van haar leven in maar denkt nog altijd dat ze 25 is. Met net zoveel energie als toen. Ondertussen ziet de jeugd haar als een oudere vrouw. Dat betekent verzet. Want ze hangt zo aan het leven.
Een sprankelende wervelwind opent nog voor het aanbellen lachend de deur van Bos Theaterproducties. Met een “Ik zit een beetje krap in de tijd, en heb zo nog een afspraak,” verklaart ze haar snelle actie. De komedie-cast, met onder anderen onze columnist Margôt Ros, is voor ons interview eerder gestopt met het repeteren van de humoristische muzikale komedie De onverwoeste zusters van Hoogezand-Sappemeer. “We repeteren elke doordeweekse dag tot vijf uur.” We vliegen de trap op naar een lokaal in het voormalige herbestemde schoolgebouw met prachtige hoge plafonds en ploffen neer. Later, tegen het einde van het gesprek zal ze zeggen: “O, ik heb je in de haast helemaal geen drinken aangeboden. Wat wil je?”
Ilse Warringa behoeft geen introductie. Haar cv, met als kersverse aanwinst de hilarische door haar geschreven en geregisseerde veelbekeken Netflix-serie Voetbalouders, met van die hysterische ouders langs de lijn, duizelt je. Net zo herkenbaar als de onverwachtse hype De Luizenmoeder, die ze destijds bedacht en schreef, en waarvoor ze in haar rol als juf Ank een Gouden Kalf en Zilveren Televizierster ontving. Op het hoogtepunt van de serie lagen vijf miljoen kijkers – inclusief uitgesteld kijken – dubbel op de bank. Iedereen sprak erover: in de klas, op het schoolplein, in de winkel of bij de koffieautomaat op kantoor. “De Luizenmoeder schreef ik vanuit hartstocht, liefde en noodzaak. Nooit met het doel om een breed publiek te trekken of uit commercieel oogpunt. Ik móest het kwijt, net als bij Voetbalouders. Voor het theater schrijf ik niet anders, mijn uitgangspunt is dat ik iets maak dat mensen raakt en ontroert, zoals nu met De onverwoeste zusters van Hoogezand-Sappenmeer. Komedie moet ergens over gaan. Je kunt pas komedie maken als de basis droefheid en drama is. En als het dan een succes wordt, is dat natuurlijk fantastisch.”
De zussen Brontë
Deze gepassioneerde musical, onder regie van Leopold Witte met gedichten die op muziek zijn gezet door Bart Rijnink, is geïnspireerd op het leven van de zussen Charlotte, Emily en Anne Brontë. Vrouwen die onder de mannelijke pseudoniemen Currer, Ellis en Acton Bell schreven. Ilse, die de rol van de middelste gevoelige zus Emily speelt, reisde naar Haworth in West-Yorkshire: hun geboortegrond waar alles nog in het teken staat van de beroemde zussen uit de 19de eeuw. Een leven vol onderlinge zussenliefde, concurrentie, ziektes, jaloezie en niet beantwoorde liefdes. In eenzaamheid en aangewezen op elkaar schreven ze Jayne Eyre (Charlotte), Wuthering heights (Emily) en het autobiografische Agnes Grey (Anne). Het werden meesterwerken.
“Ik wilde in hun wereld terechtkomen en over de beroemde heide lopen waar Emily over schrijft in Wuthering heights. Ik had al veel flarden geschreven, maar moest hun verhaal ter plekke doorvoelen. Een week lang sloot ik me af van alles en iedereen. Ik dompelde me onder in de sfeer en de overlevering van de verhalen over de Brontë-zusters van vooral hun biograaf Elizabeth Gaskell, in de voorstelling gespeeld door Rop Verheijen. Ik laat haar op het toneel bewust anders in het leven staan dan de Brontë-zusters. Zij gaat voor de commercie en wil het brede publiek aanspreken, alles begrijpelijk maken. Terwijl Charlotte, Emily en Anne schreven voor de kunst. Over de echtheid van het leven. En daar heb ik zelf natuurlijk ook mee te maken. Ik was direct geraakt door de muzikaliteit van hun gedichten en de grote gevoelens. Vooral over leven en dood. In hun leven lag de dood altijd op de loer door ziektes als tbc of tyfus.”
Waarom was je juist geraakt door het thema leven en dood?
“Het rauwe en realistische greep me aan. Dat zal wel liggen aan de fase waarin ik nu zit. 50 worden hakte er enorm in. In aanloop ernaartoe hield ik me al bezig met het feit dat ik de tweede helft van mijn leven in zou gaan. Ik ben niet bang voor de dood; je kunt de dood beter beschouwen als iets dat er gewoon altijd is, maar ik zie mijn leven altijd voor me op een lijn van 0 tot 100. En als je dan gemiddeld 80 wordt, heb ik nog maar dertig jaar te gaan. Ik denk ook altijd dat ik nog steeds 25 ben, met net zoveel energie als toen. Terwijl ik soms door jeugd word gezien als een oudere vrouw. Ik merk dat ik in verzet kom, omdat ik zo aan het leven hang. Altijd bang dat ik iets mis. Mijn man zegt wel eens dat ik leef alsof de dood me op mijn hielen zit. Ik wil nog zoveel doen en sta altijd aan. Als je ouder wordt, wordt de dood sowieso een meer aanwezig thema in je leven. Steeds vaker overlijden ouders van vrienden, en mijn ouders zijn ook al 79. Laatst had ik een begrafenis van de moeder van een vriendin in Zwolle. Ik belde mijn moeder en vroeg of ze na afloop even een borrel wilde drinken op het station van Dalfsen. Ik had heel erg de behoefte om met haar samen te zijn, haar vast te pakken. Alles is zo vergankelijk. Aan de andere kant geloof ik dat de doden nog om ons heen zijn. Ik denk niet dat de ziel, alles wat jou mens maakt, ineens helemaal weg is.”
In de musical wordt onder meer de draak gestoken met de mannelijke norm van zowel de 19ste als de 21ste eeuw. Als vrouw moet je je nog steeds extra bewijzen en harder werken om gehoord te worden en het vertrouwen te krijgen, stelt Ilse.
“Mijn regiedebuut was de film De Luizenmoeder. Door de serie zaten de karakters zo in mijn DNA; ik wilde ervoor gaan. ‘Jeetje dat je dit durft,’ kreeg ik als reactie van veel vrouwen. Zou dit ook zo zijn geweest als ik een man was? Mede daardoor moest ik een enorme drempel over om deze stap te zetten. De beslissing nam ik puur op gevoel. Vrouwen worden al snel Rupsje Nooitgenoeg genoemd. Zo van: ‘Én je speelt, én regisseert én schrijft. Is dat niet teveel hooi op je vork?’ Waarom niet: ‘Wat fantastisch dat je dit doet?’ Wonderlijk toch? Misschien is het inderdaad wel de Nederlandse cultuur van doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. En het grappige is ook nog dat ik zélf nooit zo bezig was met het man-vrouwissue. Ik voelde me altijd gelijkwaardig aan mannelijke collega’s. Het gevoel dat er naar vrouwen anders wordt gekeken, is me eigenlijk pas opgevallen sinds ik regisseer. Ik ben me er bewuster van. Wat me wel altijd opviel in het vak, is dat mannen een groter ego hebben dan vrouwen.”
Dus daar heb jij geen last van?
“Jawel, iedereen heeft een ego… Als ik eerlijk ben, was ik wel even van slag dat Voetbalouders niet is genomineerd voor een Gouden Kalf – in geen enkele categorie. Oeps. Dit is óf mijn ego óf een stukje onzekerheid, realiseer ik me dan. Twijfel is ook wel inherent aan het creëren; ik ben een enorme perfectionist.”
Geld en materie zijn minder belangrijk, stel je. Je drive is creëren.
“Mijn drive is altijd schrijven en spelen geweest, en sinds kort regisseren. Veel geld verdienen, is nooit mijn doel. Mijn liefde voor het vak is zo groot. Zo hecht ik weinig waarde aan spullen. Mijn huis moet gezellig zijn en ik koop ook veel tweedehands.”
Duurzaam leven past wel in deze tijd.
“Absoluut. Ik maak me ook zorgen om de wereld waarin we leven. Vooral voor mijn kinderen en hun kinderen. Zelf zal ik waarschijnlijk geen last meer hebben van de gevolgen van de opwarming van de aarde, maar voor mijn eventuele toekomstige kleinkinderen is dat verschrikkelijk. Ik hou mijn hart vast voor hitte en overstromingen. In het huidige politieke klimaat hebben we het over een vluchtelingenstop, maar uiteindelijk worden Nederlanders, volgens berekeningen van wetenschappers, over zo’n zeventig jaar klimaatvluchtelingen.”
Ilse groeide net als de Brontë-zussen op in een hechte creatieve gezinsconstructie met twee oudere broers en een jongere zus. “We verzonnen hoorspelen en schreven veel. Van onderlinge jaloezie is bij ons nooit sprake geweest. Misschien ook wel omdat we, uitgezonderd één van mijn broers, allemaal iets anders doen. De Brontë-zusters waren professioneel gezien elkaars concurrenten. Aan de andere kant bracht die concurrentie en jaloezie ze waarschijnlijk ook tot grote hoogte. Als broers en zussen vlieg je elkaar in de haren en tegelijkertijd kun je ontzettend veel van elkaar houden. Dat zag ik vroeger thuis en nu ook weer in mijn eigen gezin. En net als ik hechten mijn kinderen heel veel waarde aan familie.” Samen met haar man heeft ze een zoon (21), die sociologie studeert, en een dochter (18), die een tussenjaartje neemt. Beiden wonen nog thuis. “Ze vinden het…
Verder lezen?
Lees het vervolg van het interview met Ilse Warringa in Zin 12. Nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.
Tekst: Ingrid Spelt
Beeld: Mark Uyl
Visagie: Maison Manous
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief