
Schrijver en actrice Rosita Steenbeek
‘Fietsen is verhevigd leven’
De dood van haar moeder. Dat was hét moment voor weer zo’n fietstocht. Ze maakte er eerder al een met haar geliefde. Dit keer fietste schrijver Rosita Steenbeek (1957) en inmiddels ex-geliefde Art van Rome naar Mycene. Ze schreef er een boek over. Over die tocht, én over haar moeder: Over antieke wegen.
Je bent al decennialang een befaamd schrijver. Van romans en non-fictie. Wat vind je het fijnst om te schrijven?
“Dat kan ik niet zeggen. Het is niet zo dat ik denk: nu wil ik weer eens een roman schrijven en nu non-fictie. De onderwerpen dienen zich aan en daarbij de vorm. De boeken over mijn oma Rose en over Julia, de dochter van keizer Augustus, zijn gebaseerd op heel veel onderzoek, maar ik koos voor de historische roman om ook de innerlijke wereld van deze vrouwen te kunnen beschrijven en de geschiedenis meer invoelbaar te maken. Boeken over de stad Rome en over de vluchtelingen bijvoorbeeld, schrijf ik als non-fictie.”
Je woont in Italië, in Rome. Daar schreef je ook een boek over. Wat trekt jou zo aan in die stad? En waarom heb je Nederland verlaten?
“Nederland heb ik niet bewust verlaten. Op mijn 13de kreeg ik een hersenbloeding. Daarom mocht ik niet mee met de Rome-reis van school. Die ga ik later inhalen, dacht ik bij mezelf. Dat deed ik na mijn Letterenstudie, met het idee daarna door te reizen naar Parijs en naar New York. Maar ik ben blijven hangen. Rome is weergaloos mooi, je raakt er nooit uitgekeken. De mensen zijn open, communicatief, nieuwsgierig. Elke steen vertelt een verhaal en te midden van al die geschiedenis wordt er heel erg in het hier en nu geleefd. Alsof al die vervlogen tijden je aansporen: Nu is het aan jou het leven te leven. Mijn moeder zei: ‘Rome is jouw stad.’ Maar ik ben ook nog regelmatig in Nederland, mijn zussen en broer wonen er, en dierbare vrienden en vriendinnen. Ik geef lezingen over mijn boeken.”
In je nieuwste boek, Over antieke wegen, beschrijf je je ‘pelgrimage’ per fiets van Rome naar Mycene, Griekenland nadat je moeder is overleden. Je ging samen met fotograaf Art Khachatrian. Hoe ontstond het idee voor deze reis?
“In 2004 wilde ik naar Iran, naar de prachtige stad Isfahan, me verdiepen in de verhalen die worden verteld door de Perzische tapijten. Daar wilde ik een roman aan wijden. Maar bij een lezing in Amsterdam ontmoette ik Art Khachatrian, afkomstig uit het christelijke buurland van Iran, Armenië. Het werd een liefde. Hij fietste vanuit Amsterdam naar mij in Rome en zei: ‘Dit moeten we samen doen.’ Ik lachte hem uit, maar uiteindelijk liet ik me overhalen en fietsten we van Amsterdam naar het Orakel van Delphi. Het was een grootse tocht. Fietsen is verhevigd leven. We spraken af ooit nog eens zo’n reis te maken. Na de dood van mijn moeder, mijn grote vriendin met wie ik een zeer hechte band had, wist ik niet wat ik met mijn leven moest. Toen was het hét moment voor weer zo’n fietstocht. Nu van Rome naar Mycene, tot aan Brindisi over de ‘Koningin der wegen’: de Via Appia. In Brindisi staken we over naar Griekenland.”
Hoe is jouw relatie met Art? En veranderde die gedurende de tocht?
“We hebben tien jaar een liefdesrelatie gehad. Ik viel voor zijn kleurrijke taalgebruik, zijn humor, zijn originaliteit. Maar op een bepaald moment was die originaliteit zo groot, dat er moeilijk mee viel te leven. We hebben onze relatie kunnen omvormen tot een vriendschap. Onze band is onverbrekelijk. Op de fietstocht weet ik wat ik aan hem heb. Hij fietst sneller dan ik. Ik wil vroeg op, hij later, dus we fietsen apart. Maar hij houdt me in de gaten, wacht op me voor een drankje of eten, beschermt me tegen wilde honden, repareert mijn fiets zo nodig, zoekt onderdak. Mijn belangstelling gaat uit naar geschiedenis, literatuur, mythologie. Hij verrast me met zijn kennis van de natuur en van de dieren. Dat vond ik verrijkend. Je kunt hetzelfde traject afleggen maar allebei een andere reis maken.”
De fietstocht is er een met zware beproevingen, maar ook emotie en spiritualiteit. Wat heeft dat alles je gebracht?
“Het drukt je op je eigen veerkracht, dat je die beproevingen uiteindelijk tóch doorstaat. Fietsen is verhevigd leven, dat zei ik al. De wanhoop is groter maar ook de euforie. Tijdens een lange steile klim in meer dan veertig graden, denk ik: hoe heb ik ooit zo gek kunnen zijn? Maar als je dan die top bereikt, uitkijkt over het schitterende land dat zich rondom aan je voeten uitstrekt, is dat een moment van euforie. En de maaltijd die je voorgeschoteld krijgt in een oud bergdorpje, een groot glas koud water of een ijsje hebben nog nooit zo goed gesmaakt.”
Wat is het meest indrukwekkende dat je hebt meegemaakt? En waarom?
“Ithaka, het eiland van Odysseus naderen was heel indrukwekkend. Met een kleine boot waar onze fietsen op stonden. Odysseus, die tien jaar rondzwierf voordat hij terug kon keren naar zijn eiland en zijn vrouw Penelope, werd de verpersoonlijking van de reiziger. Omdat ik al heel jong over Odysseus hoorde, was het voor mij ook een beetje thuiskomen. En fietsen door het ruige Taigetosgebergte naar Sparta was heel indrukwekkend vanwege de machtige natuur. Ik was daar helemaal alleen met de bergen, voelde me opgenomen in de natuur en had een gevoel van tijdloosheid.”
Op welke manier kreeg je moeder een plek tijdens de reis? Ontwikkelde je gevoel voor haar en haar overlijden zich gedurende de reis?
“Ik had voortdurend de neiging om haar te bellen. We skypten driemaal per dag. Ze was de eerste lezer van mijn manuscripten. Ik vlecht herinneringen aan haar door het reisavontuur.
Toen ik haar vroeg; ‘Wat moet ik nou als jij er niet meer bent?’ ‘Gewoon doorademen,’ zei ze. Ze zou het vreselijk vinden als ik bij de pakken neerzat. Ze zou willen dat ik doorging. Dat heb ik letterlijk gedaan door deze reis te maken. In de loop van de tocht voelde ik behalve het gemis ook haar aanwezigheid en ervoer ik haar als mijn fundament. Ze was in alle leeftijdsfasen een geweldige moeder: opgewekt, evenwichtig, wijs, geestig, creatief. Ik realiseerde me dat ik ook door haar kon omgaan met de gecompliceerde Art, die een moeilijker relatie had met zijn ouders.”
En op welke manier ervoer je symboliek tijdens de reis?
“De reis is het leven zelf. Soms makkelijk, lieflijk, schitterend, soms zwaar, wanhopig makend.” (Zie het fragment uit het boek bij dit interview.)
Waarom vond je dat je deze reis moest maken?
“Omdat mijn moeder gewild zou hebben dat ik doorging en dat heb ik op een heel letterlijke en intense manier gedaan. En natuurlijk ook omdat ik zelf vond dat ik door moest. En in de hoop nieuwe levenslust te krijgen.”
En dat er een boek moest komen over je reis? Wat wil je graag op de lezer overbrengen?
“Ik wilde schrijven over de avontuurlijke tocht, over wat ik zag, onze ontmoetingen, de geschiedenis, maar ook over mijn innerlijke reis.
Ik wil graag dat de lezer een indrukwekkende en avontuurlijke reis beleeft, en tegelijk beseft hoe de grote literatuur, de grote verhalen zoals bijvoorbeeld de Ilias en Odyssee ons met elkaar verbinden. Deze verhalen over glorie, ondergang en nieuw begin zijn voor mensen uit alle tijden en uit alle windstreken herkenbaar. Ik hoop dat de lezer ook iets van de loutering ervaart die ik heb ervaren.”
Heb je al ideeën voor een volgend boek?
“Na het overlijden van mijn moeder adviseerde mijn redactrice: schrijf over het verlies van je moeder. Dat wilde ik niet. Het zou een te droevig boek worden en dat past niet bij mijn moeder. Ze was stralend, positief, creatief, vol levenslust. Aan het einde van de fietstocht merkte ik dat ik nu wel over mijn moeder wilde schrijven. Nu kan het op een manier die bij haar past. Losse schetsen, verhalen als een boeket wilde bloemen. Ik wil de verhalen larderen met prenten en schilderingen gemaakt door mijn moeder. Alsof we over de dood heen samenwerken.”
Fragmenten uit het boek
We delen 2 fragementen
- Bespiegeling in het slothoofdstuk aan een antieke weg. Hier staat ook wat de reis Rosita heeft gedaan:
“Wat een tocht is dit geweest, wat een wegen hebben we afgelegd, effen, gerieflijk, vrijwel onbegaanbaar, vol kuilen en met keien bezaaid, breed, smal, dalend, onverbiddelijk omhoog, onder de sterren, de verzengende zon, met grandioze vergezichten of in stikdonkere nacht. Wanhoop en euforie wisselden elkaar af. En al die oorden waar we binnenreden, dorpen hoog in de bergen, roemruchte steden, waar ik dankzij de vertrouwde verhalen het gevoel had thuis te komen. De vele poorten die we doorgingen, naar een volgende etappe, met nieuwe ontmoetingen en een volgend afscheid.
Terwijl ik voortdurend in beweging was, als opgenomen in een stroom, ervoer ik dat al die plaatsen, personen, personages, langzaam aan een fundament vormden, het was of ik wortel schoot, nieuwe levenskracht opzoog, troost. Ik voelde me verbonden met mensen die duizenden jaren voor ons moesten leven met tegenspoed, verlies en met al die anderen in de eeuwen erna die geraakt werden door diezelfde plekken en verhalen, Nu pas ging ik Odysseus achterna, niet toen de krant het vroeg. Twintig jaar geleden bleef ik thuis bij mijn verzwakte vader, om naast hem te zijn tot het eind. Daarna wandelde ik op met mijn moeder, twintig rijke jaren.
Nu moet ik nog een eindje verder. Maar naast het diepe gemis heb ik mijn moeder tijdens deze reis ook als nabij ervaren. Ik herken wat ze zei over mijn vader en haar eigen ouders: ‘Ze blijven er toch een beetje bij.’ Hoe zou het met Art zijn? Hij was niet de gemakkelijkste reisgenoot, maar zonder hem had ik deze tocht niet gemaakt. Hij beschermde me tegen de honden, repareerde mijn fiets en verrijkte me met zijn unieke blik, opende mijn ogen voor de dieren, klein en groot, waarmee we ook verbonden zijn. Nu gaan we terug naar Rome, waar ik het leven zo vaak deelde met mijn moeder. Ze vond dat de stad bij me paste, omdat er boven op al die lagen verleden en ermee verbonden heel erg in het hier en nu wordt geleefd.”
2.
Art fietst weg. Ik ben kwaad. Hij doet met mij wat zijn vader deed vmet hem. Mama werd nooit kwaad als we bijvoorbeeld iets lieten vallen. Ze wist dat we het niet expres deden. Telkens weer besef ik wat een fundament ze me gegeven heeft, wat een fundament zij is en blijft.
Over het boek
Na het verlies van haar moeder maakt Rosita Steenbeek met fotograaf Art Khachatrian een sensationele fietsreis van Rome naar Mycene. Over de Via Appia fietsen ze heel Italië door, waarna ze oversteken naar Griekenland.
Een uitdagend fysiek avontuur met zware bergbeklimmingen, duizelingwekkende afdalingen, soms in de nacht, mengt zich met een emotionele en spirituele reis. De ontmoetingen met mythische plekken en personages geven een gevoel van verbondenheid. De oude geschiedenis is nog steeds dichtbij, net als haar moeder.
(Over antieke wegen, Prometheus, € 27,50)
Over de schrijver
Rosita Steenbeek (1957) schreef succesvolle romans als De laatste vrouw, Intensive Care, Ander licht en Rose, een familie in oorlogstijd. Ook schreef ze over Rome, de stad waar ze woont. Recent verschenen haar historische roman Julia. Vrijgevochten keizersdochter en een heruitgave van Schimmenrijk.
Zin in?
Wij mogen 3 boeken weggeven van Rosita Steenbeek. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 16 juli.