Senang met jezelf
Overal helemaal thuis
Om je draai te vinden in het leven, is het belangrijk dat je je thuisvoelt bij jezelf. Het klinkt misschien wat zweverig, beaamt journalist Marije de Jong (1955). Maar ze raakt er meer en meer van overtuigd hoe wáár dat is. En hoe fijn het is als je jezelf prettig gezelschap vindt.
Een tijdje geleden gebeurde er iets wat ogenschijnlijk klein was, maar wat flink wat impact had. Ik was een weekje weg met een vriendin, die meteen toen we de hotelkamer binnenkwamen haar koffer begon uit te pakken. Bloesjes op een hangertje, andere kleren op stapeltjes, toiletspullen uitgestald in de badkamer, oplader in het stopcontact en ga zo maar door. Ze had zelfs nepwaxinelichtjes mee die ze meteen aandeed. In no time had ze van de kamer een thuis gemaakt. Ik keek mijn ogen uit. Voor mij als heimwee-kind was zoiets onbestaanbaar. Bij mij bleef altijd alles in m’n koffer zodat ik elk moment kon wegrennen. Maar het was wel een wake-upcall, het moment dat ik dacht: ik moet maar eens gaan onderzoeken waar het vandaan komt en hoe ik er vanaf kom. Die heimwee had nu wel lang genoeg mijn vakanties (en die van anderen) verpest.
Veilige hechting
Wat was ik blij toen een tante me vertelde dat ik een vrolijk ongecompliceerd peutertje was. Aha, is was dus niet altijd dat bangige meisje geweest, zoals ik me mezelf vooral herinner. Het lag dus misschien aan de omstandigheden en niet aan wie ik ten diepste was. Maar hoe kon het dan dat mijn anderhalf jaar oudere broer geen spoortje heimwee heeft en zich overal thuisvoelt? Hij komt toch echt uit hetzelfde nest. En toen viel er een kwartje. Als we letterlijk nemen wat de traumadeskundigen zeggen, dat de eerste drie jaren cruciaal zijn om stevig in het leven te staan – veilig te hechten zoals dat in jargon zo mooi heet, dan klopt het. Toen ik ruim 2 was (en mijn broer bijna 4), kreeg onze moeder een zware depressie waardoor ze lange tijd niet voor ons kon zorgen en wij bij onze grootouders werden ondergebracht. Ik herinner me er niks meer van. De enige foto uit die tijd ben ik helaas kwijt. Wat zou ik graag dat gezichtje willen bestuderen. Had dat meisje door dat de wereld om haar heen niet pluis was? Ik denk nu dat daar zeker een bron van mijn heimwee ligt, die hunkering naar vertrouwde plekken, vertrouwde gezichten, geborgenheid.
Oké, ik had nu een soort verklaring, maar wat ging ik daarmee doen? Ik ben natuurlijk ook niet de enige die niet altijd even lekker in z’n vel zit. Bij mij was het dan heimwee, maar de meeste mensen hebben wel iets – een onzekerheid, frustratie, een complex – wat hen belemmert zich helemaal senang te voelen. Waar het om gaat, leerde ik al snel, is je thuisvoelen bij jezelf. Want je kunt wel wegrennen van een plek, maar níet van jezelf. Hoe fijn is het als je jezelf prettig gezelschap vindt. Wat maakt eigenlijk dat ik me bij íemand thuisvoel, vraag ik me af. Ik denk dat dat is bij mensen die open-minded zijn en niet te snel oordelen, mensen die zelf op hun gemak zijn.
Jezelf goed leren kennen
Op Instagram zie ik een straatinterviewtje met een extravagante 88-jarige New Yorkse die op de vraag hoe je zo prachtig oud wordt, antwoordt: “Breng meer tijd met jezelf door. Leer jezelf goed kennen, leg die telefoon weg, ga op een bankje in het park zitten.”
Wat mooi gezegd: ‘Breng meer tijd met jezelf door’. Letterlijk doen we dat natuurlijk 24/7, maar figuurlijk komen we er vaak bekaaid vanaf. Als we door anderen gezien en gekend willen worden, moeten we bij onszelf beginnen.
Aan de slag dus! Zelfonderzoek! Eerlijk zijn naar mezelf. Grenzen aangeven. Vaker nee zeggen. Voelen wat er te voelen valt. Ook de minder aangename gevoelens die in je onderbewuste loeren om op een onverwacht moment tevoorschijn te komen. Opruimen! Hoe minder spanningen je meezeult, hoe meer je je eigen veilige haven kunt zijn.
Manieren van thuisvoelen
Wat maakt dat je je ergens of bij iemand thuis voelt? Ik stel de vraag aan allerlei mensen in mijn omgeving en merk dat er zijn vele manieren zijn waarop je je thuis kunt voelen.
“Thuis is waar mijn mat is,” zegt Monique die net terug is van een buitenlands avontuur en tussen de verhuisdozen haar yogamatje uitrolt.
“Overal is thuis,” zegt Frank. “Dat komt denk ik omdat mijn ouders scheidden toen ik 5 was en ik al jong leerde dat het niet uitmaakt waar je woont als er maar van je gehouden wordt.”
“Thuiskomen van vakantie is misschien het fijnste van vakantie,” zegt Anneke. “Er gaat toch niets boven mijn eigen bed, mijn eigen douche en mijn moestuin.”
“Thuis is een huis dat past als een jas. Met een mix van meubels van vroeger en nu, dierbare schilderijen, fijne muziek en de poezen natuurlijk,” zegt Tineke die in een boek 12 huizen, 13 inzichten onderzocht wat een huis een thuis maakt.
“Thuis is waar we samen zijn,” zegt Fatima die elke zomer met haar gezin naar haar geboorteland Marokko gaat. “De mensen, die geuren en kleuren, dat is altijd heerlijk. Maar terug in Nederland, voel ik me net zo thuis.”
Nieuwe ankerplaats maken
Dwalend door Fenix, het kunstmuseum over migratie in Rotterdam, moet ik aan Fatima’s woorden denken. Ik word getroffen door de verhalen over weemoed en verlangen. Over thuiskomen en ontheemd zijn. Maar vooral ook over de veerkracht om ver van huis een nieuw thuis, een nieuwe ankerplaats te maken. Dat is van alle mensen en alle tijden.
Ik weet inmiddels ook dat ik zelf nooit een globetrotter zal worden. Maar het lukt me steeds beter en vaker om me op een wildvreemde plek bij wildvreemde mensen op mijn gemak te voelen. Enne, ik pak tegenwoordig meteen mijn koffer uit als ik ergens aankom – thuiskom, kan ik misschien beter zeggen.