
Nieuw: Margôt
De eerste column van onze nieuwe Zin columnist Margôt Ros
Margôt Ros (1965) is regisseur, tv-maker, actrice, comedian én schrijver. In Zin schrijft ze over haar veelzijdige werk en kleurrijke leven. Margôt is samen met Jeroen Kleijne en heeft twee kinderen uit een eerdere relatie: zoon Jan (23) en dochter Cleo (21). Ze wonen in Amsterdam. Lees Margots eerste column voor Zin: Ze is weer weg.
Ze is weer weg
Mijn dochter is het huis uit. En toch hang ik niet snikkend over de balkonrand fado’s te zingen, en zit ik niet op de bank met een rompertje uit haar babydoos in de hand. Geen melodrama voor mij. Het is namelijk al de derde keer.
De eerste keer kreeg ze een antikraakwoning samen met haar oudste vriendin – al onafscheidelijk sinds groep een. Ooit deelden ze glitterpennen en verkleedkleren, later wijn en jointjes. “Ik heb een woning mam!” Zij straalde, ik glimlachte als een boer met kiespijn. “Wat fijn, schat. Eindelijk je eigen plek!” Alsof we het over een weekje Terschelling hadden. Een paar dagen later vertrok naar ze een tochtige woning zonder vloerbedekking en warm water maar vol mogelijkheden. Haar vader zette het bed van Marktplaats in elkaar, ik poetste de ergste vetranden in de keuken weg en zij maakte er in no time een echt huis van. Thuis troostte ik me met de gedachte dat er in mijn gootsteen in elk geval geen pannen met ondefinieerbare klonten meer rondreven. De rommel in huis was nu weer volledig van mij – en van mijn zoon, die zijn biotoop zorgvuldig beperkt tot zijn slaapkamer.
De tweede keer ging het afscheid soepeler. Door het gebrek aan anti-kraakwoningen was mijn dochter tussendoor zo lang thuis geweest, dat ik weer een prettige hekel aan haar troep had opgebouwd. Met een stalen gezicht schoof ik al haar rondslingerende spullen in verhuisdozen. “Mam, dat wilde ik hier laten,” zei ze nog. “O, echt? Dat had ik niet door,” antwoordde ik terwijl ik genoot van elke jas en tas die mijn huis verliet. Ze trok in een woning aan de andere kant van de stad en maakte er opnieuw een thuis van. Binnen een week werd ze vrienden met de oudere buurman (“hij eet helemaal geen groenten, mam!”), had ze een favoriete Marokkaanse winkel en kweekte ze nieuwe planten op de vensterbank. Na een klein jaar moest ze er weer uit. Nieuwe regeling, tijdelijke huur, wegwezen.
En nu gaat ze dus voor de derde keer. Naar een woning die binnenkort wordt gesloopt. “Het is maar voor tien weken, mam. Maar ik doe het wél.” De vorige bewoonster is overleden, en als je de muren ziet, snap je meteen waaraan: alles is beschimmeld. Gelukkig hoeft mijn dochter hier maar tien weken in te ademen, denk ik terwijl ik rondkijk. Ze heeft een dak boven haar hoofd, en ze heeft haar vriendin. Zij redt het wel.
Ik red het gelukkig óók, want sinds haar eerste vertrek doe ik met succes aan ‘lokken’. De koelkast is steevast gevuld met haar favoriete groenten in alle kleuren van de regenboog, in de keukenkast liggen zakjes van de bio-winkel met eten waarvan ik nog steeds niet weet of je het moet roken, weken of koken. Soms stuur ik een foto van haar was: “We zijn klaar!” En dan komt ze met al haar gezelligheid mijn huis opvrolijken.
Vandaag verschijnt op mijn telefoonscherm zomaar een foto, uit het digitale niets. Twee kerstengeltjes in glitterjurkjes kijken me aan, met mascarawenkbrauwen en gaten in hun gebit. Mijn dochter en haar vriendin tijdens het kerstdiner op de basisschool. Onverwoestbaar duo. Ik ga er even bij zitten, en niet omdat ik moe ben. Ping! doet mijn telefoon. Lekker eten samen, appt ze. En er volgt een foto: zij, samen aan tafel, met een dampend bord eten voor hun neus. Mijn dochter straalt, ik ook. Van trots. Ik moet even slikken. Maar weet inmiddels hoe het werkt: ik laat los, ik zwaai, en voor ik het weet, sta ik weer voor haar te koken.

Nooit meer een column van Margôt missen?
Bekijk via deze link hoeveel korting je krijgt op de verschillende abonnementen.