
5 vragen aan Simone van der Vlugt
‘Ik ben altijd overal vol voor gegaan’
Ze wilde het eigenlijk rustiger aan gaan doen: meer reizen en wat minder schrijven. Maar van een beetje gas terugnemen in het leven van bestsellerauteur Simone van der Vlugt (1966) is niks terechtgekomen. Onlangs verscheen haar historische roman Kruistocht van een koningin.
Simone belt aan het einde van de middag. Echtgenoot Wim, haar jeugdliefde, kookt. “Heerlijk zo’n man die dat goed kan.” Ze woont in Alkmaar, lekker dicht bij haar ouders en broer, die in dezelfde stad wonen. Simone is een familiemens, zal ze later vertellen. “Familie gaat vóór alles. Het was ook zo fijn om dicht bij mijn ouders te zijn toen mijn moeder ernstig ziek werd.” Kinderen Esmée en Friso zijn het huis uitgevlogen. En nee, ze heeft geen last van het legenestsyndroom. Zij en Wim vermaken zich prima met z’n tweetjes. “We pikken de draad op waar we eens zonder kinderen begonnen, gaan regelmatig uit en reizen veel.”
Dertig jaar zit ze in het vak. Simone schreef talloze kinderboeken, thrillers en historische romans, won verschillende prijzen en verkocht wereldwijd meer dan drie miljoen boeken. “Laatst keek ik weer eens in mijn plakboeken en realiseerde ik me hoeveel er is gebeurd in die drie decennia, zowel qua werk als privé. Ik zie een groot deel van mijn leven voorbijgaan met als rode draad het schrijven.” Haar eerste psychologische thriller De reünie werd verfilmd. “De inspiratie haalde ik uit mijn jeugd. Op de middelbare school werd ik twee jaar buitengesloten. Niet dat alles autobiografisch is, maar mijn pestverleden legde wel de voedingsbodem voor De reünie.”
In haar nieuwe historische roman Kruistocht van een koningin dook ze in het leven van de Spaanse Isabel van Castilië, die onverwachts koningin wordt op haar 23ste. Ze staat bekend als de koningin in het laatste staartje van de reconquista: het heroveren van het schiereiland op de Arabieren, en de Inquisitie. Met de oprichting van de Inquisitie verzekerde ze de katholieke orthodoxie. En Isabel sponsorde de expeditie van Christoffel Columbus naar India. “’We gaan op vakantie naar Spanje voor mijn research naar Isabel,’ liet ik Wim twee jaar geleden weten. We zijn sindsdien meerdere keren per jaar teruggegaan.”
1. Herken je iets van jezelf in Isabel?
“Misschien dat ik net als zij niet snel opgeef en mezelf moet blijven uitdagen. Als ik weet wat ik wil, moet het heel gek lopen als het niet gebeurt. Ik ben altijd overal vol voor gegaan. Net als Isabel koos ik als jong meisje mijn eigen pad. Op mijn 13de stuurde ik al iets naar een uitgever. Mijn hele middelbareschooltijd werden de manuscripten teruggestuurd en tóch dacht ik: het gaat een keer gebeuren. Ik word schrijver. Dat geloof in mezelf ben ik nooit verloren. Gaat het niet linksom, dan gaat het rechtsom. Ik zet me net als Isabel in voor de wereld. Ik maak me zorgen over het klimaat en heb meerdere keren met Extinction Rebellion op de A12 gedemonstreerd.
We moeten met z´n allen een vuist maken. Ik sta idealistisch en strijdlustig in het leven als het moet en ga de barricades op, ook voor mijn kinderen en latere kleinkinderen. Je kunt niet langer ontkennen dat er niks aan de hand is. Extinction heb ik verlaten, omdat de beweging zich teveel uitwaaiert naar andere doelen. Ik stond ook niet achter al hun acties, zoals het gooien met soep in musea of wegen bij ziekenhuizen blokkeren. Met mijn moeder reed ik regelmatig naar het VU-ziekenhuis, en daar stonden de demonstranten ook op de snelweg, vlak voor de afslag. Het gevolg is dat je flink moet omrijden en dat is vervelend met iemand die ziek is. Dus nu steun ik Greenpeace. Staan we met z’n allen hand in hand in een kilometerslange lijn langs de zee. Ik doe nog wel aan legale klimaatmarsen mee.
Op vakanties kan ik het leed van anderen eveneens niet aanzien. Ik vind het lastig om eraan voorbij te lopen Op Kaapverdië zag ik getto’s en daarom heb ik een stichting opgericht die ervoor zorgt dat de kinderen daar Engelse les krijgen. Zo kunnen ze later in het toerisme werken.”
2.Verbeelding betoverde je als kind al. Uit wat voor gezin kom je?
“Mijn ouders waren trots op mijn creativiteit en stimuleerden mij daarin. Op mijn 10de verjaardag kreeg ik een typemachine. Niet dat ze dachten dat ik ooit professioneel zou schrijven, maar misschien als hobby. Ik kom uit een warm en hecht gezin, mijn vader werkte bij Akzo Chemie en mijn moeder zorgde voor ons. Aan het ouderlijk huis denk ik met een glimlach terug. Als tiener heb ik geleerd dat ik voor mezelf moet opkomen. Op school werd ik gepest. De eerste twee jaar liet ik het pestgedrag over me heen komen. Klasgenoten gingen over mijn grenzen heen. Het pesten heb ik nooit gedeeld met mijn ouders omdat ik me ervoor schaamde. Ik deelde het met mijn dagboeken: ik heb ze nog steeds. Als je iets opschrijft, is er geen ontkennen meer aan. Op een gegeven moment kwam ik op een punt dat ik niets meer te verliezen had. Ik ontplofte en accepteerde van niemand meer iets, zélfs niet van leerkrachten. De strengste leerkracht pakte een keer een briefje af, ik trok het uit zijn handen en stopte het in m’n mond met de woorden: ‘Dat is privé’ en slikte het door. Er viel een doodse stilte in de klas. Met deze actie maakte ik helemaal de blits. Daarna ben ik op school nooit meer buitengesloten. Overigens weet ik honderd procent zeker dat ik destijds wel bij mijn ouders terecht had gekund met mijn problemen. Onze band is altijd goed geweest. Ik vond het ook vreselijk dat mijn moeder ernstig ziek werd.
Een jaar lang heb ik samen met mijn broer intensief voor haar gezorgd. Een moeilijke tijd. En de rollen worden omgedraaid: ineens ben je geen dochter meer maar een hulpverlener. Je moet ook oppassen dat je niet in een betuttelende rol vervalt. Ik vind dat mijn ouders in welke situatie dan ook zelf hun beslissingen moeten nemen en ben daar altijd alert op geweest. Daarnaast is het belangrijk dat je gezellige dingen met elkaar blijft doen en niet alleen de was ophaalt.”
3. Wat voor partner ben je voor Wim als je researcht en schrijft?
“Wacht ik loop even de keuken in. Wim, ben ik te genieten als ik werk?
Wim: “Absoluut. Je bent alleen supergeconcentreerd en een niet aanwezige partner.”
Simone: “Tsja, dan ben ik aan het werk… Bij Wim kan ik goed terecht met mijn enthousiasme en bevindingen uit research. Hij staat altijd achter mij, rijdt me naar presentaties, en we gaan op vakanties naar plekken waar mijn boeken zich afspelen. Als ik een museum inga, loopt hij een rondje met de hond, omdat die er niet in mag. De zorg voor de kinderen heb ik altijd op me genomen. Onze kinderen gingen altijd vóór mijn geesteskinderen. Wim had jarenlang een fulltime baan; in het begin hadden we zijn inkomen nodig. Nu zijn de rollen omgedraaid. Door mijn schrijven kan hij zich storten op zijn grote liefde: fotografie. We doen het echt samen en zien mijn werk als een gezamenlijk bedrijf. Het is wel zo dat naarmate ik verder in het verhaal zit, ik personages minder makkelijk kan loslaten. Ik ga naar buiten om te ontspannen, even lekker in de tuin werken, uren met de hond wandelen of mediteren. Dat laatste doe ik vooral als ik een periode slecht slaap. Mijn leven is toch een beetje hollen of stilstaan. In de zomer start ik op en werk ik nog niet zo heel hard, maar in de winter schrijf ik hele dagen. Een boek gaat je dan beheersen: ik verdwijn in mijn eigen wereld. Dan loop ik vanzelf tegen mijn grenzen aan en krijg ik lichamelijke klachten. Nee, Wim kan mij niet uit deze modus halen. Ik moet écht zelf uit het boek stappen.”
Simone van der Vlugt ontmoeten?
Een groot nieuw festival voor lezers: daar zijn wij van Zin Magazine natuurlijk als de kippen bij. Dus presenteren we op zondag 21 september 2025 tijdens het geweldige Boekfest in TivoliVredenburg trots drie van onze schrijfhelden: Arnon Grunberg, Jan Siebelink en Simone van der Vlugt. Jij komt toch ook?
Verder lezen?
Lees het vervolg van het interview met Simone van der Vlugt in ons extra dikke zomernummer Zin 8/9. Nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.
Interview: Ingrid Spelt
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief