Het was een curieus, opwindend uitje. Ik was met twee vriendinnen naar een concert, of liever gezegd: een evenement met en door André Rieu. Wat een avontuur, wat een sensa- tie. Jullie, de lezers van mijn stukjes, kennen me een beetje: jullie snappen ook wel dat ik uit mijn Amsterdamse bubbel was gestapt en was afgereisd naar het Vrijthof in Maastricht.
Ik zie al jaren op de televisie diep ontroerde massa’s mensen dansen, juichen en huilen bij de optredens van André Rieus orkest, met zangeressen, muzikanten, Emma Kok, enorme decors en hijzelf met dat grappige kapsel en zijn viool als gangmaker. De muziek gorgelt en golft, en het publiek zit verliefd op André en elkaar te genieten. Hij is het grootste export- product van Nederland; van Guatemala tot Lapland en alles daar tussenin dwepen ze met hem. Nou, als zo iemand binnen mijn bereik
is en ik daar in mijn eigen land deel van kan uitmaken, dan voel ik me bijna verplicht om dat eens mee te maken. Anders ben ik een ongeneeslijke snob en dat wil ik niet zijn. Het was Andrés laatste concert uit een reeks, het was prachtig weer, het Vrijthof liep precies op tijd vol met duizenden opgewonden Rieu-fans, alles was tot in de puntjes georganiseerd, geen wanklank te bekennen. De Muzikale Beleving begon met een optocht van harmo- nieën, daarna het orkest met vrouwen en jurken, en violen en trompetten, en zangeres- sen en tranen (niet bij mij) bij Emma Kok, die een stem als een klok heeft en aan een infuus leeft, vertelde André. Het eten was prima, we zaten met genietende Limburgers aan tafel en
de muziek in de verte stoorde niet. Ik moet eerlijk zeggen dat het niet helemaal mijn favoriete muziek is, en de praatjes van André tussendoor haalden de vaart er ook een
beetje uit. Maar eerlijk is eerlijk: het was toch meeslepend. Het laatste uur was het publiek extatisch aan het dansen en zag ik mezelf toch ook met de handen in de lucht voorzichtig meewalsen. Naast me aan tafel zat Jacques, die elk jaar naar André ging met zijn hele familie. We kregen een band, al kenden we elkaar niet. Zozeer zelfs, dat we daar, op dat Vrijthof, over politiek kwamen te praten. Hij dacht wel te weten wat ik had gestemd, hij had me weleens op de televisie gezien over
de verkiezingen, en daar leek ik hem nogal links. Nou, hij was een grote fan van de PVV. Natuurlijk omdat Geert uit Limburg kwam, maar óók omdat het zo’n zootje was in Neder- land. Ik sputterde tegen. We zitten hier toch maar lekker op het mooie Vrijthof, Jacques, zei ik. Wij hebben eigenlijk niks te klagen. Er zijn natuurlijk mensen met meer pech dan wij, wij zijn de geluksvogels, maar laten we daar dan van genieten. Nederland is natuurlijk best een zootje, maar ook helemaal niet. Mijn goede vrienden hebben net na een auto-ongeluk in een Italiaans ziekenhuis gelegen, nou, daar is het nog eens een zootje. Dan is in Nederland toch echt heel veel heel goed geregeld en
ik denk niet dat de partij van Geert Wilders alles wat mis is recht kan zetten. Jacques keek bedenkelijk. Ik zei: “Jacques, zullen we dansen?” We walsten. Jacques leidde. En dat deed hij goed. ■
Hanneke Groenteman
(1939) is programmamaker, journalist en schrijver. In Zin schrijft ze over waar ze tegenaan loopt. Hanneke heeft één zoon, Gijs. Hij heeft vier kinderen (twee dochters en twee zonen). Zij zijn Hannekes Grote Liefde.
Nooit meer een column van Hanneke missen?
Bekijk via deze link een wel heel fijne aanbieding.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief