Moest je voor het oma-schap niet stokoud zijn? dacht lifestylejournalist Karin Kuijpers (1958) toen haar kleinzoon Sev werd geboren. Het tegendeel bleek waar. In haar rol als oma werd ze juist meer dan springlevend. “Het kind in mij mag er weer uit!”
We gaan op reis. Sev, mijn kleinzoon (2021), en ik, zijn oma (1958). De bestemming is mijn boerderijtje in de Loir. Vanuit Rotterdam 666 kilometer. Sevs ouders komen een paar dagen later. Mijn stadsautootje is zoals gebruikelijk volgepakt. Er zit een tweedehands geiser in, verfspullen, wijn die ze daar niet hebben, boerderijkleding en twee grote dozen gevuld met foto’s die ik wil gaan uitzoeken nu ik net ben verhuisd.
Het is niet de eerste keer dat we dit doen, Sev en ik. “Omaaaa, we gaan naar de boerderij!” roept Sev als ik hem ophaal en hij in mijn armen rent. Hij is vast net zo gek op mij als ik op hem. Is er een leuker begin van een vakantie? Of ik voorzichtig wil rijden, vraagt mijn dochter. Ze herhaalt wat ik vroeger ook altijd zei. “Er mag niets gebeuren. Met hem niet, met ons niet, met niemand niet. Want: Groot Geluk.”
Het woord zelfliefde
Sev zit in zijn stoeltje rechts achterin zodat ik af en toe zijn handje kan knuffelen – o, wat is hij toch zacht – en ik hem ‘bubbeltjeswater’ en boterhammetjes kan geven. Soms stelt hij een vraag. Waarom het regent, waarom er een regenboog is en of we al in Frankrijk zijn bij Jean-Luc, Pierrot en Gilou, onze Franse vrienden. Soms versta ik hem niet. Ik zeg: “Oma is doof, praat wat harder alsjeblieft” en dan schreeuwt hij door de auto heen dat hij Papegaaitje, leef je nog wil horen. En dan zingen we keihard mee. Erna is het tijd voor zijn dutje. In de drie uur waarin hij slaapt denk ik aan mijn leven met hem. Hoe mijn dochter Fleur in 2020 met een big smile meldde dat ze zwanger was en ik ‘oma’ zou worden. Een woord dat niet bij mij leek te passen. Ik was toch een gangsta mama, stoer, autonoom, avontuurlijk, vrije vogel? Een kind was leuk voor hen, maar een rol als oma… Moest je daar niet stokoud voor zijn?
Toen Fleur me een tijdje later vroeg of ik een dag in de week wilde oppassen op ‘de nieuwe’ zei ik: “Sorry, ik heb alle tijd nodig om mijn poen te verdienen. Maar in nood sta ik altijd klaar hoor.”
Niet lang na dat antwoord wrong er een schoen. Ik ben een rund, dacht ik. Mijn leven als freelancejournalist staat altijd in dienst van deadlines. Moest ik niet eens nadenken over de betekenis van het oma-schap? Was een kleinkind niet een heel mooi cadeau in mijn leven? Een erebaan, veel belangrijker dan dat leven vol deadlines? En was ik diep vanbinnen niet gewoon keihard een moederkloek? Ik had tien jaar last gehad van het legenest-syndroom, moeite met het loslaten van het idee dat ik als moeder niet meer op de eerste plek kom. Uiteindelijk was het me gelukt mezelf te ontslaan van mijn actieve moederrol en de ontstane ruimte te steken in tijd voor mezelf. Zoals ik ook had mogen rouwen na het eindigen van mijn lange huwelijk en mezelf opnieuw had uitgevonden. Ik was een vrij en tevreden mens. Ik had het woord zelfliefde ontdekt.
Een evolutionair voordeel
En nu dit. Ik OMA. Ik verdiepte me in die drie letters. Ik lees dat ik stamoudste word – een woord dat ik wel lekker vind bekken – en dat die rol bij olifanten heel belangrijk is. Dankzij hun grote ervaring en geheugen houden ze de kudde stabiel. Ook bij de menselijke soort doet oma ertoe, al is die rol wisselend van aard. Toen ik, babyboomer, kinderen kreeg, deed ik geen beroep op mijn ouders als oppas. Kinderopvang was te betalen, mijn man en ik waren redelijk flexibel met werken en het was ook een beetje mijn eer te na om hen in te schakelen. Ik werkte fulltime, in de jaren 80 en 90 best bijzonder, en ik wilde het liefst alle ballen zelf hooghouden. Noem het emancipatie.
De tijden en rollen zijn veranderd. Volgens cijfers uit 2022 van het Sociaal en Cultureel Planbureau zorgde in 1992 drieëntwintig procent van de opa’s en oma’s voor de kleinkinderen. In 2017 is dat opgelopen tot tweeënvijftig procent. Gemiddeld passen grootouders bij baby’s twaalf uur per week op hun kleinkinderen, bij kleuters gemiddeld acht uur. Als redenen worden te dure crèches maar ook een grotere angst om onbekenden bij je kind toe te laten aangegeven. En niet het feit vergeten dat de oudere van nu een langere levensverwachting heeft dan die van pakweg een eeuw geleden, en gezond en vitaal is.
Ook lees ik dat ik blij mag zijn dat ik er nog ben. In de gewervelde-dierenwereld was het voor mij normaliter als onvruchtbare vrouw na de menopauze allang einde verhaal geweest. Dood – want niet meer nodig voor de voortplanting. Maar bij de mens ligt het anders. Wij vrouwen mogen doorleven na de menopauze omdat we volgens wetenschap- pers als dr. Hawkins, die de oma-hypothese ontwikkelde, kunnen assisteren bij het grootbrengen van kleinkinderen en wijsheid en ervaring kunnen overbrengen. Noem het een evolutionair voordeel, waardoor je kinderen gemakkelijker kiezen voor nog een kind.
Volgens emeritus-hoogleraar pedagogiek Louis Tavecchio (1946) is het oma-schap ook zo dierbaar omdat je dan weet dat je genen worden doorgegeven. “En je kunt je weer emotioneel met iemand verbinden. Dit geldt vooral voor vrouwen. Voor mannen betekent opa zijn aandacht en tijd geven, wat ze bij hun eigen kinderen vaak minder hebben gedaan.”
Magisch mannetje
Ik zei ‘ja’ tegen Fleur. Dat ik in mijn rol als oma één dag in de week zou oppassen.
Want ik was meer dan oma. Ik was ook vrouw, moeder, minnares. En hoe mooi is het dat je in je leven ook een keer oma kunt worden, al plaagden veel mensen mij ermee. Ik beloofde op de buik van Fleur dat ik een gangsta granny zou worden en dat we veel mooie avonturen zouden gaan beleven.
Sev werd op 16 januari 2021 geboren. Een magisch engeltje dat moedig zijn weg zal zoeken naar wat leven heet. Vanaf het eerste moment was ik verkocht. Sev geeft mijn leven op een andere manier zin. Ik
ben niet de ouder die hem moet opvoeden, er zit een wonderlijke lichtheid in onze vriendschap. Ik heb de twijfels niet die horen bij het ouderschap. Ik mag in vrijheid van hem genieten. Door bloed verbonden met elkaar. Tegelijkertijd zit er ook iets treurigs in onze band. Ik ben oma en oma’s gaan dood. Hoe lang zal ik hem meemaken? Als ik 70 ben, is hij 7. Als ik 80 ben, is hij 17. Zijn komst is gevuld met liefde maar tegelijk….
TEKST EN BEELD: KARIN KUIJPERS
Verder lezen?
Lees het vervolg van Karin’s verhaal in Zin 7. Nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief