Het lijkt er altijd zomer te zijn. In de hippe universiteitsstad Freiburg, in het zuidwesten van Duitsland, niet ver van de Franse en Zwitserse grens. In deze schitterende streek kun je fijn fietsen, langs de kabbelende rivier Dreisam en de Kaiserstuhl: een oude vulkaan vol wijngaarden.
Beschut tussen de bergen van de Vogezen en het Zwarte Woud mag Freiburg zich tot een van de warmste plekken van Duitsland rekenen. Zo vreemd is het dus niet, dat de wijnmakers juist hier Kalte Sofie bedachten, een soort slush puppie van cuvée. Ik voel me net een kind als ik het drankje naar binnen slurp, maar voel de alcohol al snel naar mijn hoofd stijgen. Dit is verraderlijk lekker, en hakt aardig in als je de hele dag in de zon hebt gefietst.
“In de zomer dronken veel mensen wijn met ijsblokjes erin en dat wilden we absoluut niet,” vertel Eva Beenenga, sommelier bij Alte Wache Freiburg, een wijnhuis waar 35 wijnmakers bij zijn aangesloten. “Daarom besloten we de wijn te bevriezen met een slushmachine. Je hebt meer zoetheid en zuur nodig, dan blijft de smaak het best intact. We gebruiken een heel goede cuvée. Elk jaar gaan we voor een andere wijn.” In de winter maakt het wijnhuis zijn eigen glühwein. “Mijn baas testte eens glüh- wein op kerstmarkten en vond ze vreselijk smaken.” Dat kan anders, vond ze.
Wijn van het wijnhuis
Door het raam kijk ik uit over de Münsterplatz, met in het midden de kathedraal. Het terras is overvol, op de kasseien zitten jongeren relaxed met hun glazen wijn. Freiburg blijkt een echte studentenstad, vol levendigheid. Aan de overkant staat de rozerode historische koopmanshal, met sierlijke torentjes.
Eva schenkt ondertussen de ene na de andere wijn in. “Onze wijnen smaken anders dan de Franse,” vertelt ze. “Ze zijn vaak minder geoxideerd en daardoor fruitiger. Omdat het hier meer regent, zit er meer zuur in de wijn.” Ze lacht: “Alleen maar goed voor ons, want dan wil je automatisch meer drinken.”
Het wijnhuis huist in een romantisch pand uit de 18de eeuw, dat vrijwel ongeschonden is gebleven in de de Tweede Wereldoorlog. Een vergissingsbombardement door de Luftwaffe in 1940 en de aanvallen door de Britse Royal Air Force in 1944 brachten veel schade aan de stad aan. Toch zie je, al wandelend door de stad, opvallend veel opgeknapte monumenten. Heel wat gevels zijn in pasteltinten geverfd, net zo kleurrijk als de kleding die veel bewoners dragen. Zwart en grijs zie je hier weinig.
Bootjes in de goten
Kinderen laten hun houten speelgoedbootjes varen in de Bächle: brede goten, waar kristal- helder water van de rivier Dreisam doorheen stroomt. Het woord komt van het Duitse Bach, dat ‘beek’ betekent, met daarachter het verkleinwoord -le. In de 12de eeuw voorzagen de goten, die in de straten en steegjes lopen, de bewoners van drink- en bluswater. Vandaag de dag brengen ze verkoeling op een zonnige dag. Bij een kroeg zitten een paar vrienden met een biertje, hun voeten in het water. Een vrouw laat haar hond uit, die vrolijk door de goot loopt. Straatmuzikanten spelen verderop hun liedjes. Als ik met vriendin Erica op de fiets spring, valt op dat de fietser het hier echt, net als in Amsterdam, voor het zeggen heeft. Overal liggen fietsstraten waar de tweewieler voorrang krijgt. We worden aan alle kanten voorbij gezoefd, door elektrische bakfietsen, stoere jongemannen op racefietsen en zakenlieden op e-bikes. Het wordt pas rustig in de wijk Wiehre, waar schitterende belle-époquevilla’s staan. “Niet verkeerd om hier te wonen,” roept Erica.
We laten ons niet storen door de ellenlange rij bij Café Förster Max – vernoemd naar de grootvader van eigenaar Johannes Dilger: een boswachter die het Zwarte Woud op zijn duimpje kende. Het ijs is verrukkelijk. De ingrediënten komen uit de omgeving: bosbes, rozenbottels, rabarber, noem maar op. Het conserveren en produceren van extracten gaat nog op de oude manier, maar het interieur oogt hip. Wit en pasteltinten, veel hout. Langs een oude wijngaard, ín de stad, trappen we naar de wijk Vauban, die modelstaat voor ecologische stadsontwikkeling. Het voormalige legerterrein is ontwikkeld tot een autoluw gebied, met energie-efficiënte huizen. Overal zie ik zonnepanelen glinsteren, groene daken en planten die het regenoverschot moeten opvangen. Boven op een heuvel staat de Heliotrop, een modern gebouw met zonne- panelen dat, afhankelijk van de stand van de zon, rond kan draaien.
Fietsen langs de Kaiserstuhl
Freiburg is een mooi beginpunt voor een fietsroute door het gebied. We kiezen voor
de Kaiserstuhl Radweg, een rondje om de Kaiserstuhl: een oude vulkaan ten noordwesten van de stad. We komen er door de Badischer Weinradweg (een ronde van 460 kilometer: Badische-weinstrasse.de/erleben/badischer- weinradweg) een stukje te volgen. Al snel trappen we door een romantisch landschap waar de fruitbomen wit zijn van de bloesem. Links liggen de wijngaarden op de zonnige hellingen van de Schneeberg. Een boer komt voorbij op zijn tractor, in de lucht hangt een biddende valk.
In het dorp Munzingen checken we in bij Hotel Schloss Reinach, een historisch landhuis aan de voet van de wijngaarden van de Tuniberg. De tand des tijds eiste zijn tol – zo brandde het huis in 1870 bijna geheel af – maar de huidige eigenaren Beatrix en René Gessler richtten het modern en chic in. Er is een flinke spa, met sauna’s en een enorm buitenbad. Héérlijk. Na een fietstocht is het nooit verkeerd om de spie- ren te verwennen met warmte en ontspanning. De volgende dag trappen we vol energie verder. Naast ons strekken de wijngaarden zich boven ons uit, als soldaten in het gelid. Vrolijke raad- huizen roepen om aandacht in de plaatsjes Merdingen en Ihringen. De eerste is in het rood en lichtgeel geschilderd – met groene luiken, de tweede zuurstokroze. Een ooievaar op een kerktoren verraadt zichzelf door haar geklepper. Als ik opkijk, zie ik het nest, met moeder en kind.
TEKST & BEELD: JESSICA DE KORTE
Verder lezen?
Lees het vervolg van dit inspirerende wandelverhaal in Zin 7. Nu in de winkel, of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief