Koningin Máxima is niet de enige die verbaasd was over dat ene armzalige koekje bij de Hollandse koffie. Ook andere migranten kunnen soms moeilijk wennen aan onze typisch Nederlandse normen en gewoonten. Of ze nu uit Duitsland of Iran komen. Nú in Zin Magazine.
Meltem Schoonman (Turkije, 1971; Nederland: 1997) emigreerde voor de liefde naar Nederland. Pas hier realiseerde ze zich hoe ingrijpend dat was. “Ik moest hier helemaal vanaf nul beginnen. Alles wat ik daar had opgebouwd, was in één klap weg. In Turkije was ik zó actief; hier zat ik thuis met als enige klussen het huishouden en koken!” Het duurde zo’n anderhalf jaar; daarna begon ze langzaamaan steeds meer aan haar nieuwe land te wennen. Net als de meeste andere expats. Maar toch… Aan sommige oer-Hollandse trekjes en gewoonten kunnen ze zelfs na vele jaren nog steeds niet wennen.
Nederland is taakgericht
“Nederlanders[1] zijn zakelijk, to the point,” zegt Bernard Fabry (Frankrijk, 1958; Nederland: 1980). “De menselijke maat is soms weg,” vult Eitan Mazor aan (Israël, 1953; Nederland: 1981). “Het draait hier veel meer om het individuele dan om het groepsbelang, zoals bij ons in de kibboets. Ik ben er nu aan gewend maar vroeg me in het begin af of het niet een beetje doorsloeg.” Ook Meltem zag het verschil: in Turkije moet je relaties hebben om iets voor elkaar te krijgen; iets waar haar Nederlandse man niet mee om kon gaan. “Dat is het verschil tussen een individualistische en een collectivistische maatschappij,” verklaart intercultureel expert Saskia Maarse (Nederland, 1966), die voor haar boeken zo’n honderd mensen uit verschillende landen sprak. “In een individualistische samenleving draait het om wat je doét terwijl het in een collectivistisch land gaat om wie je bént. Ga je voor het individu of voor het collectief? In het eerste geval staat het individu – het ik – centraal: je bent primair loyaal aan je eigen belang. In het tweede geval draait het om het collectief, om ‘wij’, en ben je trouw aan het groepsbelang. Dat verschil zie je overal terug. Bijvoorbeeld in arbeidsrelaties: in Nederland zijn die gebaseerd op vertrouwen in de kennis en capaciteiten van mensen. In een relatiegericht land willen mensen eerst persoonlijk kennismaken voordat ze met elkaar in zee gaan.” Die instelling krijg je van jongs af aan mee en het heeft invloed op alles wat je doet. De meeste landen zijn relatiegericht en dat begint volgens Saskia al in Limburg. Het ene is niet beter dan het andere. Maar het is wel anders.
Agendacultuur
Die taakgerichtheid komt ook op andere manieren tot uiting. Zo worden Nederlanders volgens veel immigranten geregeerd door hun agenda’s. Zelfs ondernemers hebben hier moeite mee, weet Saskia: “Op het werk vinden ze het prima, maar privé toch een beetje bizar.” Álles moet op afspraak. O wee als je spontaan langskomt. Dat wordt niet op prijs gesteld. “Dan pakken ze hun agenda om een afspraak te maken, terwijl ik kan zien dat die hele dag leeg is!” aldus een verbaasde Maria Paula Santos (Brazilië, 1967; Nederland: 1995). Ook Bernard was er op het Franse platteland aan gewend dat hij altijd op de bonnefooi op bezoek kon komen. Toen hij dat hier een keer deed, kwam hij niet verder dan de deurpost: ‘Wat kom je doen?’ “Dat kwam zo hard aan!” Misschien is agendadictatuur een beter woord voor deze rare Hollandse gewoonte…
Niet zo gastvrij
Sommige migranten verbazen zich over het gebrek aan gastvrijheid van Nederlanders in vergelijking met hun eigen landgenoten. De vermaledijde agendacultuur is één voorbeeld, maar er zijn nog meer bewijzen.
Eén koekje
Dat ene koekje is te zien als een metafoor voor het gebrek aan gastvrijheid waar veel immigranten tegenaan lopen. Nahied Rezwani (Iran, 1966; Nederland: 1992) kan zich nog herinneren hoe geschokt zij en haar man waren toen zij voor het eerst bij een Nederlands stel op de koffie gingen en de koektrommel direct na het uitkiezen weer dicht ging en in de kast werd opgeborgen. In Iran en Turkije hoor je eerst te weigeren als je iets wordt aangeboden en pas de tweede keer toe te happen. Meltem: “Je wilt niet hebberig lijken. Maar hier bleek nee echt nee! Ik zeg nu gelijk ja!”
Karige feesten
Hollandse feesten zijn doorgaans kariger dan elders. “In Iran vierden we de verjaardagen bij mijn ouders heel groot. Er kwamen zo’n 200 gasten, er was veel eten, veel muziek, er werd gedanst. En dat niet alleen bij kroonjaren, maar élk jaar! Hier krijg je soms alleen een kopje koffie en een gebakje!” zegt Nahied. Zelfs onze oosterburen feesten uitbundiger. Maria Hagen kan er nog steeds niet aan wennen dat feestgangers soms maar voor een deel van de festiviteiten worden uitgenodigd. Bijvoorbeeld wel voor de receptie en het avondfeest, maar niet voor het diner daartussen. Dat is voorbehouden aan een select gezelschap. “In Duitsland word je nooit tussendoor naar huis gestuurd!” Ook de manier waarop wij onze verjaardagen vieren kan op weinig bijval rekenen. Die vreselijke kringetjes! Bernard: “Wij zitten met z’n allen aan tafel. Dan kan je met meer mensen praten. In zo’n kringetje ben je veroordeeld tot een gesprek met je buurman of -vrouw!’ En hoezo feliciteren wij alle aanwezigen met de jarige? Bizar, vinden bijna alle geïnterviewde expats.
Afgepast koken
Bernard: “Als je komt eten, vragen mensen hoeveel aardappels je eet. Vooral vroeger werd er precies genoeg gemaakt. Heel bijzonder. Ik kook altijd extra voor de arme man die misschien langskomt. Ik ben het van huis uit ook niet gewend dat je alleen op de koffie ’s avonds wordt uitgenodigd en niet ook voor het diner.” Ook zo raar: dat niet gevraagd wordt of je wilt blijven eten maar je gastheer/-vrouw net zo lang wacht met koken totdat je vertrekt.
Nog steeds niet écht geïntegreerd
Nahied heeft zowel privé als in haar werk als directeur van een multiculturele hogeschool gemerkt dat mensen nog steeds worden aangesproken op hun afkomst, al zijn ze hier geboren of wonen ze al jaren in Nederland en hebben ze de Nederlandse nationaliteit. “Ja maar, waar kom je nou écht vandaan? vragen ze. Doet dat ertoe? Dat betekent dat je toch niet helemaal bent opgenomen. Ik heb er geen oordeel over; ik observeer slechts.”
Gezellig
Buitenlanders roemen (desondanks) wel de typisch Hollandse gezelligheid. Het woord ‘gezellig’ leren zij als eerste uitspreken – al worstelt Peter (Denemarken, 1967; Nederland: 1995) nog altijd met die ‘g’. Gezelligheid zit diep verankerd in de Nederlandse cultuur en historie, getuige ook de vele warme, huiselijke tafereeltjes op oude schilderijen. We kruipen graag samen. Dat komt deels voort uit onze gezamenlijke strijd tegen het water. Of gewoon omdat het hier vaak zo koud is. Maar of het echt zo uniek is? Het Deense hygge zit er volgens Peter dicht in de buurt: open haard, koesteren, samen zijn.
Zuinigheid met vlijt
Fanatiek sparen, zegeltjes plakken, trots laten zien welk koopje je nu weer hebt gescoord, aanbiedingen aankruisen in de folder: volgens veel expats zijn Nederlanders – op zijn zachtst gezegd – zunigerds. “Alles draait om geld!” verzucht Maria Paula. “Misschien dat ze daarom sparen voor zaken waar ze toch nooit gebruik van gaan maken! Ik gooi alle zegeltjes weg.” Ook Meltem en veel andere expats kunnen er nog steeds niet aan wennen: dit volkstrekje staat volgens Saskia ook bij ondernemers hoog in het lijstje ‘ergernissen’.
Dutch directness
Wij zijn in Nederland niet zo van het inpakken van onze mening. We zeggen direct waar het op staat. Daar moeten veel immigranten aan wennen. “Openheid is botheid,” vindt Bernard. Dat werkt niet: hypocrisie is volgens filosofen de smeerolie van de maatschappij. Een beetje oneerlijkheid haalt de scherpe kantjes van het samenleven af. “Fijn om dingen te zeggen, maar het komt soms keihard aan.” “Je weet dan wél waar je aan toe bent,” relativeert Peter. Maria Paula vindt dat juist prima. “Ik ben ook directer geworden, volgens mijn familie iets té.” Ze signaleert wel een vreemde discrepantie: “Als een Nederlander direct is tegen een buitenlander heet dat ‘lekker eerlijk’. Als een buitenlander direct is tegen een Nederlander, dan vinden Nederlanders dat onbeleefd.”
Typisch Nederlands
- 1 Het eeuwige klagen: elke dag! Vooral over het weer
- 2 De verjaardagskring
- 3 Iedereen feliciteren met de jarige
- 4 Rekening splitten: going Dutch
- 5 Koffie, véél koffie drinken
- 6 Drie zoenen – terug van Corona-weggeweest. In Brazilië wens je dan dat iemand gaat trouwen
- 7 Oranjegekte: voor sommigen een brug te ver, voor anderen een uiting van vrolijk, uitbundig nationalisme
- 8 De Hollandse pot: stamppot, huzarensla, erwtensoep… brrr!
- 9 Alles op de fiets. Zelfs in de regen!
- 10 Pindakaas & hagelslag mee op vakantie
- Zin in meer? Lees het hele artikel in Zin Magazine dubbelnr. 8/9. Nú in de winkel. Of koop hem hier.
[1] Disclaimer: in dit artikel worden alle Nederlanders op één hoop gegooid. Uiteraard zijn er verschillen naar afkomst, religie, woonplaats, karakter et cetera. Hier gaat het echter vooral over het algemene beeld dat wereldwijd over Nederlanders bestaat.
Verder lezen?
Dit artikel gaat verder in Zin 8/9. Nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.https://tijdschriftnu.nl/collections/zin-losse-tijdschriften
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief
Marjo zegt
Helemaal mee eens want in iedere provincie is het anders. Limburgers en ik ben er een uit Limburg zijn heel gastvrij. En bieden geen koekjes aan maar echte Limburgse Vlaai dus dat
En nodigen wel uit voor de warme maaltijd.
Toch fijn dat jullie het erbij vermelden. Want hier kan ik mij niet in vinden. Redactie Van Zin. Mvg MJ