Schrijver en actrice Annemarie Oster (1942) zorgde jaren thuis voor haar man, die lijdt aan vasculaire dementie. Onlangs verhuisden ze naar een seniorencomplex, hij naar de zorgafdeling, zij naar een appartement vier etages hoger. Zodat ze een oogje in het zeil kan houden.
Terug in de tijd
“t is weer voorbij, die mooie zomer.’ Wat lijkt het lang geleden dat Gerard Cox dit lied zong. Sterker, wat ís het lang geleden: bijna vijftig jaar! Toen waren mijn kinderen nog klein, was ik fulltime moeder de vrouw. In beide rollen blonk ik niet echt uit. Dat bleek wel uit de titel van mijn debuut: Een moeder van niks. En uit de echtscheiding een paar jaar later. Een nieuw leven lonkte, Maar voor mijn gevoel was het voorbij, Vaak drong een andere tekst zich op: Aznavours: Hier encore (j’avais vingt ans). Terwijl ik me op mijn 20ste na een kort maar hevig huwelijk ook al een afgeschreven oudje voelde. Als ik nu foto’s bekijk uit die tijd, maar ook die van twintig jaar later, denk ik; potverdorie, als ik er nu nog zo uitzag, zou ik, zoals Nora Ephron schreef, ‘de hele dag in bikini rondlopen’. Maar voorbij voorbij: wat is het koud en wat ben ik oud.
Overdenken
Dit sta ik allemaal te overdenken op een miezerige morgen, niet domweg gelukkig in de Dapperstraat, maar diep gedeprimeerd op het Leidseplein. De toegangsdeur is ver weg; er zijn nog minstens tien wachtenden voor mij. Vanwege die vermaledijde COVID-19 is het gebouw van mijn gading een onneembare vesting. Ik sta te huiveren op mijn grondvesten.
Er wordt me een paraplu aangeboden maar stel dat deze onverhoeds omklapt en ik word opgenomen door de wind, hup, hemelwaarts: Mary Poppins in haar nadagen.
“Koud hè, mevrouw, komt u maar hier staan onder het afdak.” Nog steeds schrik ik me een hoedje (had ik er maar een op) als ik met mevrouw word aangesproken, terwijl ik, als ik per ongeluk mijn beeltenis in de ruit weerspiegeld zie, er wel degelijk een ben. Die ruit maakt deel uit van een van de bankgebouwen die de stad rijk is en waar ik als gemachtigde van mijn zieke man zaken regel waarvan ik steeds meer verstand blijk te hebben..
Geen frivole afspraak
Waarom moet dat zo nodig vandaag? Omdat ik een doorgewinterde calvinist ben. Vanochtend had ik vanwege de regen en een verkeerd been uit bed geen zin in een bezoek aan mijn man in het Zorghotel. Daarom heb ik de afdeling gebeld dat ik helaas een dag verstek moest laten gaan: ‘verkouden, stel dat ik iemand aansteek’. Het was geen smoes, maar het leek er veel op. Dus heb ik nu straf. Geen frivole afspraak, maar in de regen op bankbezoek. Om toch nog een verkoudheid op te lopen. Binnen onafzienbare tijd zal ik worden ontboden om op een leren stoel wederom geruime tijd voor me uit te mogen koekeloeren. Tenslotte zal een bankbediende – of hoe heet zo’n pecuniaire deskundige tegenwoordig? – me weer begroeten met mevrouw. Had zo’n snotaap me vroeger es in bikini moeten zien!
Nooit meer een column van Annemarie missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.