A low-life on a high mountain – 4 uit 5 sterren
Het leven van veel mensen in een voormalig mijnstadje in West-Virgina gaat niet altijd over rozen. Vooral niet als je geen baan hebt en weer bij je ouders moet gaan wonen, of als je vriendin je laat zitten, omdat ze een behoorlijk verwarde geest heeft. Maar wat doe je dan als je bloedmooie ex je vraagt haar huidige vriend, die gewelddadig is, om zeep te helpen? Je bent een jonge knul, je bent in moeilijkheden geraakt, je hebt schulden, je arm is gebroken en je muziekcarrière als bassist in een countryband is in de knop gesmoord. Je denkt niet met je hoofd, je denkt met je hart en met je piemel.
Drie van de hoofdpersonen zijn behoorlijk aan lager wal geraakt: er is veel drank en vooral illegale eigenstook, er zijn drugs, vooral ‘crystal meth’, er is veel geweld, er is altijd gebrek aan geld, en wat vooral ontbreekt is vooruitzicht op een toekomst.
In deel 1 leven we mee met de wederwaardigheden van Leon, die weer bij zijn ouders is gaan wonen. Zijn moeder werkt om in een gezinsinkomen te voorzien; zijn vader is ziek en/of alcoholist en junk. Leons vriendin houdt van stoere, linke mannen, die haar vooral laten voelen wie de baas is en Leon is te lief voor haar.
In deel 2 maken we het hele hectische leven van Arnett mee, een achtbaan met vrije vallen, over de kop-gaanders en schroefdraaien veroorzaakt door eigengestookte drank uit mais, methamfetaminen, enorme pistolen met grote lopen, oude auto’s, sm-achtige en voyeuristische seks, totaal geen respect voor de wet, ga zo maar door.
In deel 3 probeert Jennifer, die eerst de vriendin was van Leon en toen van Arnett, een nieuw leven op te bouwen. En dat lukt haar uiteindelijk heel aardig – let wel: de laatste uitspraak is cryptisch; lees het boek maar -.
Er spelen nog heel veel meer mensen mee. Ik heb er op een gegeven moment maar een lijstje van gemaakt. Allemaal mensen aan wie een behoorlijke steek aan los is en die hun eigen, geheime en gevaarlijke motieven hebben.
Het boek sleept je helemaal mee in de wereld van deze ‘low-lifes’, marginale halve of hele criminelen, die wonen aan de voet van een gehavende berg, ‘Nitro Mountain’, die natuurlijk niet echt zo heet, maar de ‘koosnaam’ is van een berg, die ten behoeve van de mijnbouw, voor de helft is weggeëxplodeerd.
Rauw is het leven van de mensen, prachtig is de natuur, die alsmaar schitterend blijft. Groot is de tegenstelling tussen de schurken en de junks en de natuur, die onverstoorbaar haar gang gaat. De roodkopgier, de doodsaanroeper; de uil, die jou ziet in het donker en je schrik aanjaagt; het hert en de wasbeer die je auto over de kop doen slaan. De bomen, die ruisen; de hemel, die zo onpeilbaar diep en duister is; de sterren, die blijven tollen – vooral in een dronken kop.
Niet veel voorstellingsvermogen is nodig om deze auteur, Lee Clay Johnson, te vergelijken met iemand als David Vann, die immers ook schrijft over mensen aan de moeilijke kant van het bestaan en met name de heftigheid daarvan. Ook de titel ‘Nitro Mountain‘ doet sterk denken aan Vanns roman met de titel ‘Goat Mountain’.
Ik ben een groot fan van de romans van Vann. De immensheid van menselijke gevoelens, duistere gedachten, hallucinaties, waandenkbeelden en het onvermogen om werkelijk contact te maken met de medemens, is enerzijds niet te overtreffen en anderzijds ongelooflijk indringend vlijmscherp beschreven.
Lee Clay Johnson schrijft anders; wel is zijn roman heel heftig, de stijl is anders. Rauwer, veel spreektaal, ‘slang’ dus eigenlijk.
Er komen in deze roman veel meer personages voor. De muziek – countrymuziek – speelt een grote rol; de rol vooral van redder der mensen. Doe iets met je verdriet, met je ellende: schrijf een song en speel het, zoals muzikant Jones doet. Daardoor wordt Jones gered. Countrymuziek is voor de blanke wat blues is voor de zwarte mens.
Vrolijk word je er niet van, van deze ellende. Het deed me ook denken aan een serie als ‘True Detective’. Het verhaal is heel erg beeldend geschreven. Het kwam me voor dat er veel films en series in dit genre gemaakt worden, minder boeken. Cormac McCarthey met bijvoorbeeld ‘No Country for Old Men’ – waarnaar een film is gemaakt – is ook zo’n auteur.
Ik wil ook de vertalers een compliment geven; het is niet makkelijk dit soort ‘slang’ te vertalen. In het begin moest ik er ook wel een beetje aan wennen.
Een uitstekend debuut, een meeslepende roman, en ik ben enorm benieuwd naar Lee Clay Johnsons volgende boek.
Roosje de Vries