Dit boek draait allemaal om Wessel Stols. We volgen grote delen van zijn volwassen leven. Poubelle volgt een indeling van de verschillende fasen van het leven van Wessel. Het eerste deel gaat over de dertiger Wessel die naar Frankrijk vertrekt om schrijver te worden. In een volgend deel stort hij zich op de handel in kunst in Rusland. Vervolgens komt hij na een periode terecht in het Europees Parlement en raakt betrokken bij de onrust in de Oekraïne. Door het boek heen spelen vrouwen en drank een belangrijke rol. Hij is een beetje de Jan Cremer van deze tijd. In die zin levert de periode in het Europees Parlement ook een ontluisterend beeld op van rijke Europarlementariërs die niets doen, feestjes aflopen en ondertussen heel wat geld opstrijken. De vraag is natuurlijk of dit gebaseerd is op de werkelijkheid of dat de auteur gewoon een tegenstander is van Europa…
Dit boek ademt grote eenzaamheid. Ondanks zijn gevulde leven, lijkt Wessel altijd maar op zoek te zijn naar iets. Hij heeft een ongelukkig huwelijk waaruit geen kinderen zijn voortgekomen. Hij wilde schrijver worden, maar deze ambitie heeft hij niet vervuld. De auteur is heel goed in staat om deze leegte en triestheid over te brengen.
Er zijn zoveel wendingen in het leven van Wessel Stols, dat het je achterlaat met de vraag hoe zijn leven was gelopen als hij andere keuzes had gemaakt. Zijn het de omstandigheden die hem zo ongelukkig maken of komt dit toch van binnenuit? Het is even doorbijten om echt in het verhaal te komen, maar als je eenmaal hebt doorgezet, krijg je daar een bloemrijk, triest verhaal voor terug.
Nynke Koenen