Kader Abdolah: Ze vliegen nog altijd over de Schie
Na dertig boeken over zijn verleden – over thuisland Iran, zijn vlucht en zijn immigratie, luidt de schitterende nieuwe roman van Kader Abdolah (1954) een nieuwe fase van zijn schrijverschap in. Ze vliegen nog altijd over de Schie leest als een sprookje, met wonderlijke personages in een historisch gebouw: dat waarin de schrijver zelf woont.
Je bent een productief schrijver: bijna elk jaar lever je een boek af. Hoe doe je dat?
“Ik weet het niet. Ik weet wel dat ik elke dag zeven à acht uur achter mijn computer moet zitten. Dan heb ik een boek. Maar zo simpel is het natuurlijk niet. Mijn collega-schrijvers in mijn vaderland (Iran, red.) kunnen hun boeken niet zomaar uitgeven. Hun manuscripten worden geknipt door de imams. Geen vrijheid. Ik heb daarentegen de enorme vrijheid om te schrijven waarover ik wil. Dus ik zie het als mijn plicht om in die vrijheid te werken. En dan heb ik niet oneindig de tijd; de tijd dringt. En dan nog: het is de meest plezierige, spannende tijdsbesteding voor een mens als Kader Abdolah. Dus gaan zitten, lezen en schrijven. Dan nog iets: de afgelopen tien jaar leef ik intensiever dan ooit. Met een stapel boeken als resultaat.”
Hoe doe jij elke keer weer ideeën op voor een nieuw boek?
“Door mijn immigratie – weggaan, mijn huis verlaten en nooit mogen terugkeren – kreeg ik de mogelijkheid het leven twee keer te leven. Een leven met twee verdiepingen ook: met mijn voeten op de vochtige Nederlandse grond en met mijn hoofd in de wereld van de fantasie. Als een gevlucht paard eet ik van twee wallen. Dat beantwoordt deels je vraag.”
Je bent geboren in Iran en kwam naar Nederland toen je al 34 jaar was. Is het schrijven in de Nederlandse taal er door de jaren heen makkelijker op geworden voor je?
“Natuurlijk. Toen ik in het Nederlands begon te schrijven, schreef ik met honderden foutjes. En moest ik bij iedereen langs om die foutjes te corrigeren. Er was nog geen computer. Geen Google Translate, geen Chat GPT en nog geen Iris, mijn persoonlijke redacteur bij de uitgeverij. Daarnaast ben ik oprecht 24 uur per dag, zelfs in mijn slaap, met de Nederlandse taal bezig. Ik durf met overtuiging te zeggen: er is geen Nederlandse schrijver zo intensief met taal bezig als ik. En: er is niemand in Nederland die zoveel moeite heeft gestopt in de Nederlandse taal als Kader Abdolah.”
Je nieuwste roman is Ze vliegen nog altijd over de Schie. Kun je iets zeggen over de titel?
“De titel van een boek, tenminste in mijn geval, heeft een eigen proces van wording. Parallel met het verhaal dat zich ontwikkelt. Ik heb drie, vier verschillende werktitels gehad voor dit verhaal. Maar er is één ware titel die zich ergens verborgen houdt. En als schrijver weet je niet wanneer die zich aandient. Maar als deze er eenmaal is, kun je die niet meer veranderen. Ik weet niet wie ze zijn, die er vliegen. Dat is aan de lezer.”
Het verhaal speelt zich af in een historisch gebouw in Delft. Raakte je geïnspireerd door je eigen woonomgeving?
“Het letterlijke antwoord is: ik woon in het gebouw waarin het verhaal zich afspeelt. Maar ik formuleer liever een antwoord op de vraag: Waarom dit boek? Ik denk dat dit verhaal een keerpunt is in mijn oeuvre. Dit boek is het 31ste boek dat ik heb geschreven. In de voorgaande dertig boeken is ‘thuis’ – mijn immigratie en verleden, de Iraanse Revolutie, kortom alles dat ik achter me heb gelaten – het thema. Met dit boek betreed ik een nieuwe fase van mijn schrijverschap. Ik denk dat ik het verleden nu los kan laten en ik verwacht dat mijn komende werken – als het leven me dat toelaat – zich zullen richten op andere, nieuwe thema’s. De fase van ‘de vlucht’ is voorbij.”
In het gebouw wonen vrouwen op de begane grond. Dan komen er twee vreemdelingen. Wat vinden de vrouwen van hen?
“Dit staat in het boek. De personages zullen het jou vertellen.”
Wat is het dat de twee vreemdelingen – een goudsmid en een vrouw uit Guatemala – met elkaar bindt?
“Het gebouw bindt ze. En de Hollandse mens, de buren en hun nieuwsgierigheid. Ik zie eigenlijk door hun aanwezigheid in het gebouw en hun contacten met de medebewoners een veranderd Nederland. Ik weet niet of dat een juist antwoord is op je vraag. Ik ben gewoon de schrijver van dit verhaal. En dan mag ik geen mening hebben ten opzichte van mijn personages.”
In de kelder van het gebouw liggen talloze geheimen veilig opgeborgen. Wat doen die twee met die geheimen?
“Toen ik dit verhaal aan het schrijven was, had ik geen idee dat deze twee vreemdelingen het gebouw zouden binnenkomen. En wist ik niet waarom ze hier kwamen wonen, in dit verhaal. Nu jij als lezer deze vraag stelt, denk ik dat ze in het verhaal opdoken, juist om de geheimen van het gebouw prijs te geven.”
Welke rol speelt Upapu, ‘de vogel die ooit farao’s en grote koningen bijstond’ in het verhaal?
“Het antwoord op deze vraag is eigenlijk dezelfde als die hierboven. Ik was absoluut niet van plan om een vogel mijn verhaal in te schrijven. Toen de vogel kwam, was ik stomverbaasd. Ik wist ook niet wat voor rol hij zou gaan spelen. Ik ga niet verklappen welke rol de vogel speelt in het boek. Daar mag de lezer zelf achter komen. Maar als Kader Abdolah kan ik wel zeggen dat de komst van de vogel Upapu een aanwinst is voor de Nederlandse literatuur.”
De roman heeft iets sprookjesachtigs. Wat heb jij met sprookjes?
“Daar kan ik wel een antwoord op geven: ik kom uit de wereld van de verhalen van Duizend-en-een-Nacht. Sheherazade, de vertelster, woonde er met ons. Daarbij: ik kom uit een nest met een rijke literaire achtergrond. Sprookjes zijn verweven met mijn geest. Dus die dienen zich vanzelf aan als ik met een verhaal bezig ben.”
Heb je met Ze vliegen nog altijd over de Schie een boodschap voor de lezer?
“Als ik een boek schrijf, doe ik dat zeker niet met de bedoeling de lezers een boodschap mee te geven. Ik ben zelf nog nieuwsgieriger dan de lezer, over waar het verhaal me zal brengen. Ik vraag mezelf wel altijd af: waarom dit boek? In elk boek zit ongetwijfeld een boodschap, zo ook in deze. Maar dat is aan de lezer. Dat is het magische werk van de lezer.”
Denk je misschien alweer na over een volgend boek?
“Ja. Drie keer ja. Toen ik mijn manuscript van dit boek naar de uitgeverij had opgestuurd, werd ik middenin de nacht wakker: het leven wees me de weg naar een volgend boek. Volgend jaar rond deze tijd heb je het gelezen en kun je mij er je vragen over stellen.”

Over het boek
Aan de rivier de Schie, midden in het centrum van Delft, staat een historisch gebouw. Op de begane grond wonen oude vrouwen die zich aan elkaar vastklampen om in leven te blijven. De kelder, met een wirwar aan donkere gangen en bergingen, telt vele geheimen.
De komst van twee vreemdelingen brengt die geheimen aan het oppervlak. De ene is Ernesto, een goudsmid, die zijn verleden kwijt is en probeert rust en troost te vinden door uit kapotte juwelen nieuwe sieraden te maken. De andere is Alejandra, een vrouw uit Guatemala op zoek naar de vader van haar 3-jarige dochtertje. En er duikt zelfs een mystieke vogel op in het gebouw: Upapu, de vogel die ooit farao’s en grote koningen bijstond.
Zal de vogel Upapu Ernesto raad geven om de geheimen van het gebouw te openbaren? Zullen Ernesto en Alejandra vinden waarnaar ze op zoek zijn?
De nieuwe roman van Kader Abdolah is een superieure vertelling over de geheimen van het menselijk bestaan.
(Ze vliegen nog altijd over de Schie, Prometheus, € 24,99)

Over de schrijver
Kader Abdolah (Iran, 1954) heeft een unieke plaats in de Nederlandse letteren. Een groot romanschrijver, een bestsellerauteur en een doorgever van een cultuur die anders voor velen verborgen was gebleven. Sinds zijn debuut in 1993 heeft hij veel literaire prijzen gewonnen. Zijn werk is in meer dan twintig talen verschenen.
Zin in?
Wij mogen 3 boeken van Kader Abdolah verloten onder onze nieuwsbrieflezers. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 3 december 2025.