BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Schrijver Martin Michael Driessen:

Schrijver Martin Michael Driessen:

‘Waar het me om ging, is de vraag naar de vrije wil’

De wil om eigen werelden te scheppen – daarin lijken het beroep van regisseur en dat van schrijver op elkaar. En hoewel hij het regisseren mist, Martin Michael Driessen (1954) besloot zich vanaf 2010 alleen nog maar op het schrijven te richten. Zijn boeken worden alom geprezen, zijn nieuwste roman, Liefde in het Derde Rijk, geeft de lezer een even ongemakkelijk gevoel als dat het hemzelf geeft.

Je bent opera- en toneelregisseur, vertaler en schrijver. Hoe zie jij jezelf vooral? En wat doe je het liefst? 
“Vijftien jaar geleden heb ik het spectaculaire theaterleven ingeruild voor een solitair bestaan als schrijver. Dat had zijn reden: die twee dingen gingen niet goed samen, het zijn totaal verschillende vormen van concentratie, en schrijver worden wilde ik altijd al – hoezeer ik het regisseren ook mis. Als regisseur werk je altijd met heel veel mensen samen om een doel te bereiken: acteurs, zangers, dirigenten, kostuum- en decorontwerpers, musici, dansers… Als je een productie leidt, ben je eigenlijk nooit alleen. Behalve soms in bed.

Schrijven brengt me in een heel andere positie: je werkt alleen, niemand kan je helpen, maar je weet ook: het resultaat is geheel en al jouw werk. Dat is in zekere zin genadelozer dan de slangenkuil die het theater soms kan zijn.”

Versterken die rollen elkaar in je werk over en weer? En zo ja, hoe?  
“Het toneel was een grote passie, de literatuur is dat ook. Als regisseur heb ik de stukken die ik ensceneerde vaak zelf vertaald en bewerkt – ook de operalibretto’s.  De wil om eigen werelden te scheppen – daarin lijken beide beroepen op elkaar. Ik denk dat mijn theaterervaring een enorme invloed heeft gehad op mijn manier van schrijven. Ik bedoel de dramaturgie: de afwisseling van intieme met drastische en soms spectaculaire scènes, een grote panoramische passage als het ware uit vogelperspectief, en dan weer inzoomen op iets kleins en persoonlijks. De gedoseerde dialoog, geen woord teveel. De spanningsboog van het begin van een roman tot het einde. Je zou kunnen zeggen dat de schrijftafel nu mijn bühne is.”

Je schrijft heel beeldend. Zie je wat je schrijft voor je?
“Ja, altijd! Elk beeld dat ik bij de lezer wil oproepen, moet ik eerst zelf kunnen zien. En natuurlijk is ook het theater, naast vele andere dingen, een sterk visuele kunstvorm.”

Je nieuwste roman is Liefde in het Derde Rijk. Waarom koos je voor een roman het decor van de Tweede Wereldoorlog? En heb je veel research gedaan? 
In eerdere boeken zoals Een ware held en De pelikaan speelden de Eerste Wereldoorlog en de Balkanoorlog een grote rol. Voor ons, die nooit een dag oorlog hoefden mee te maken, staat de Tweede Wereldoorlog als dé oorlog in ons collectieve geheugen gegrift. Ik wist al heel lang dat ik daar ooit over moest schrijven, maar heb het lang uitgesteld. Ook vanwege het feit dat ik veel belevenissen van mijn Duitse familie erin verwerk – mijn moeder was Duitse, mijn ouders zijn drie dagen na het einde van de oorlog getrouwd. Die generatie is er niet meer, dat gaf me uiteindelijk de afstand die ik nodig had om dit boek te schrijven.”

Waar haalde je de inspiratie voor het verhaal vandaan? En voor de drie hoofdpersonen?
“Ik geloof niet zo dat je inspiratie ergens vandaan kunt halen. Inspiratie komt van binnenuit, het is een wonderbaarlijk proces waarbij emotie, intuïtie, kennis en literaire vaardigheid een soort alchemistische fusie aangaan… uit verlangen naar iets dat nog niet bestaat, maar dat jij als kunstenaar tot leven kunt brengen.

Ik schrijf vanuit mijn verbeelding, research heeft me nog nooit op een idee gebracht.
Mijn drie hoofdpersonen kwamen in mij op omdat ik drie totaal verschillende levenslopen in een totalitair regime wilde typeren: Georg is de overlever, die zich altijd aanpast en zich moet afvragen wie of wat hij onder andere omstandigheden geworden zou zijn; Lore ontwikkelt zich tot een fanatieke, racistische Nazi-vrouw en blijft dat tot het einde; en Klara behoudt een kinderlijke onschuld. Zij is het enige personage dat ik naar de werkelijkheid heb gemodelleerd: ik had echt een tante die Klara heette, die non wilde worden maar werd afgewezen, die een hoge functie bij de organisatie Lebensborn had, en die honderd jaar maagd is gebleven…”

Je krijgt mededogen met Georg, Lore en Klara, van wie er twee ‘gestaalde nazi’s’ zijn. Hoe ongemakkelijk is dat voor de lezer?
“Ik heb altijd mededogen met mijn personages, hoe ze ook handelen, en hoop het ook bij de lezer op te roepen. Zelfs, of juist, omdat het hier om het Derde Rijk gaat. En dat mag voor de lezer even ongemakkelijk zijn als voor mezelf.

Ik herinner me hoe mijn moeder lang na de oorlog, toen ze alles wist over de gruwelen, bekende dat ze het toch moeilijk vond niet met plezier aan sommige dingen terug te denken… De Bund Deutscher Mädel, de oogsthulp, de gemeenschapszin, het zingen rond kampvuren, het enthousiasme, de eerste liefdes…  Ze was jong en beleefde de mooiste tijd van haar leven. Als je zulke herinneringen zou verloochenen, verraad je jezelf.”

Wat was je idee achter deze roman? Wat wilde je laten zien?
“De titel zegt het al: het gaat over liefde in het Derde Rijk. Liefde tussen man en vrouw, liefde voor je kameraden, voor kinderen, maar ook: liefde voor een ideaal, voor schoonheid, voor het vaderland, voor de Führer. Dat alles was liefde. Totalitaire regimes mobiliseren ook de goede eigenschappen van mensen, niet alleen de kwade. Daarin ligt hun macht.

Er is geen sprake van onrechtbewustzijn als men misleid is door een ideologie, omdat men meent aan de goede kant van de geschiedenis te staan. Ik laat de drie Nornen, de Germaanse schikgodinnen, het noodlottige web weven waarin ze de mensen willen vangen; dat lukt ze bij Georg en zeker bij Lore, maar bij Klara niet… Waar het me om ging, is de vraag naar de vrije wil. Waarom wordt Lore een fanatieke Nazi en Georg niet, waarom is Klara zich niet bewust van enig kwaad, hoewel ze deel van de machinerie uitmaakt?”

Is Liefde in het Derde Rijk vooral een historische of een liefdesroman?
“Het is zeker een historische roman, hoewel de ondertitel luidt: Een fantasmagorie. Dat betekent zoiets als het oproepen van geesten. Het begrip is ook verwant aan allegorie, dus een verhaal waarin personages worden gebruikt om een diepere betekenis over te brengen. In een strikt realistische historische roman zul je niet vaak schikgodinnen handelend zien optreden. En een liefdesroman is het natuurlijk ook: de jonge Georg wordt verliefd op Lore, dan scheiden hun wegen zich en ze vinden elkaar pas weer na de oorlog, die ze op heel verschillende manieren hebben beleefd en ondergaan. Hij behoedt haar nadat ze door Amerikaanse soldaten is verkracht voor zelfmoord en trouwt met haar. Ik heb geprobeerd een gelaagd maar spannend boek te schrijven, waarin de lezer zich met de personages kan identificeren, en dat tegelijkertijd ethische vragen over de vrije wil en over schuld en onschuld aan de orde stelt.”

Wat gebeurt er met de drie als de oorlog is afgelopen?
“Het boek vertelt niet alles. De epiloog eindigt in 2006, en veel geheimen van lang geleden laten zich niet meer ontrafelen, veel vragen niet meer beantwoorden. We weten niet of Lore ooit spijt heeft gehad van haar naziverleden, we komen er niet echt achter of haar huwelijk met Georg gelukkig was, de enige die nog leeft is de blijmoedige, volkomen demente 100-jarige Klara, die zich niets meer kan herinneren. Er is een nieuwe tijd aangebroken, en opnieuw vragen de Nornen elkaar: ‘Weet jij, hoe dit wordt?’”

Denk je alweer na over een volgend boek?
“Ik schrijf nu een novelle die in de Dertigjarige Oorlog speelt. Het gaat over een vrouw die haar man in de waan laat dat het kind dat hij opvoedt van hem is. Hij komt erachter dat het niet zo is. Het loopt niet goed af.”

Over het boek

Georg, Lore en Klara: hun drie verhalen kronkelen als slangen door de 20ste eeuw, elk met een eigen tijdslijn, soms verstrengeld, dan weer apart. Twee zijn gestaalde nazi’s, een van hen leeft met de omstandigheden. Klara speelt een belangrijke rol in de Lebensbornorganisatie, – die zich beijverde voor een ‘Arisch ras’ – Lore is haar chauffeuse en Georg is een gewoon soldaat.

De noordse schikgodinnen, de Nornen, hebben het op alle drie gemunt. Met en door hen beleven we de passie van de eerste liefde en het misleide idealisme van jonge mensen die opgroeien in een totalitair regime. Heen en weer geslingerd tussen onschuld en overlevingsdrang, verraad en trouw, overleven ze de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog.

Martin Michael Driessen schrijft zijn meeslepende oorlogsgeschiedenis Liefde in het Derde Rijk vanuit een geheel origineel en verrassend standpunt. Doordat hij haast van binnenuit weet te vertellen roept hij een ongemakkelijke fascinatie op, en de nog ongemakkelijker vraag of dit wel een historische roman is.
(Liefde in het Derde Rijk, Van Oorschot, € 25)

Over de schrijver

Martin Michael Driessen (1954) is opera- en toneelregisseur, vertaler en schrijver. Hij debuteerde in 1999 met de roman Gars. In 2012 volgde Vader van God en in 2013 Een ware held, alle door de pers bejubeld en voor literaire prijzen genomineerd. Zijn werk is vertaald in het Engels, Italiaans, Duits, Hongaars en vele andere talen. In 2015 verscheen de omvangrijke roman Lizzie, geschreven in samenwerking met de dichteres Liesbeth Lagemaat.

In 2016 verscheen zijn verhalenbundel Rivieren, die op de shortlist van de Fintro Literatuurprijs stond en die de ECI-literatuurprijs én ECI-lezersprijs won. Met zijn roman De pelikaan stond hij op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2018. In 2018 verscheen ook zijn verhalenbundel Mijn eerste moord en andere verhalen. Zijn nieuwste roman is Liefde in het Derde Rijk.

Foto: Roemer Overdiep

Zin in?

Wij geven 3 exemplaren van Liefde in het Derde Rijk weg. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 13 augustus.