BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Mirjam van Hengel

Mirjam van Hengel

‘Dat rouw zo persoonlijk is, verwarde me’

Na de mooiste portretten van anderen, zoals die van Remco Campert en Leo Vroman, schreef Mirjam van Hengel (1967) nu een heel persoonlijk boek: Ganzentijd, over het verlies van haar vader. Ineens kon ze zich niet langer achter personages verschuilen maar moest ze haar persoonlijke stem en verhaal belangrijk maken.

Je bent bekend van fraaie literaire portretten. Van Remco Campert, Leo Vroman en Dola de Jong. Wat fascineert jou zo in dat genre, dat van het portret of biografische verhaal? En waarom koos je voor deze mensen?
“Ik ben erin gerold omdat ik Leo Vroman en zijn verhaal goed kende: ik wilde dat dat een keer goed opgeschreven werd. Dat stelde ik hem voor, toen liet hij weten dat hij dat een goed idee vond maar alleen als ik het zou schrijven. Vroman was me zeer dierbaar en ik hield van zijn werk, maar het belangrijkste was dat ik nieuwsgierig was naar meer informatie over zijn verleden en over de liefde tussen hem en zijn Tineke. Die nieuwsgierigheid gaf de doorslag. Geeft misschien altijd de doorslag, want bij mijn boek nu, over mijn vader, was ik nieuwsgierig hoe het zou zijn om te schrijven over iemand die zo nabij is. Of dat anders is dan over een ‘bekend’ iemand wiens leven juist nog veel ‘onbekends’ heeft om te ontdekken voor jou als biograaf. Campert heb ik zelf gevraagd, opnieuw omdat ik heel erg van zijn werk hield maar ook omdat ik dacht dat we bij elkaar zouden passen. Bij Vroman beperkte ik me tot tien jaar uit zijn leven, hier wilde ik Camperts hele leven en hemzelf portretteren, meer echt een biografie dan Vroman.

Mij fascineert het dat je zo diep mag doordringen in een ander leven, dat je je langzaam toegang verschaft, lijnen ontdekt, eigenschappen, het verhaal van een leven. En ik heb ook, dat hebben alle biografen: plezier in het onderzoek dat er aan ten grondslag ligt. Wel heb ik alle biografische boeken, ook het derde, over Dola de Jong, een verhalende en deels persoonlijke opzet willen geven – subjectiever dan gewone biografieën zijn. En ook minder ‘volledig’: ik geloof in de kracht van een verhaal, meer dan in die van de volledigheid.”

Je maakt ook literaire programma’s. Wanneer en hoe kwam de literatuur in jouw leven? En wanneer besloot je daar je werk van te maken?
“Literatuur was er altijd. Ik ben opgegroeid tussen de boeken, mijn moeder was redacteur en later vertaler, mijn vader wetenschapper. En ik was zo’n kind dat de plaatselijke bibliotheek uit had, op zeker moment. Studeren heb ik een tijd uitgesteld maar toen ik dat wilde, wilde ik de literatuur in – dat trok me eenvoudig het meest: verhalen, daarover nadenken, zien en leren begrijpen hoe je de wereld in taal kunt vormgeven en hoe je taal zélf kunt vormgeven. De rijkdom! Inmiddels ben ik, als redacteur, schrijver en programmamaker al heel lang bezig met alle mogelijke vormen van literatuur en het verveelt me nooit.”

Zojuist verscheen Ganzentijd. Een heel ander boek. Want voorheen verdiepte je je in het leven van een ander, nu vroeg het overlijden van je vader om een persoonlijk boek. Hoe anders was dat? Was het spannend?
“Het was volkomen anders. Een persoonlijk avontuur waarvoor ik een ander deel van mezelf heb opgezocht en mijn persoonlijke stem en verhaal belangrijk heb moeten maken. Iets dat ik al lang wilde, maar waar ik tijd voor nodig heb gehad. Rouw is heel persoonlijk, dat verwarde me, ik was gewend me te verschuilen achter personages, mijn gebiografeerden. Toen ik wist dat ik over mijn vader ging schrijven, wist ik dat dat persoonlijk moest zijn. Je bent een leven lang vergroeid met zo iemand, hij maakt deel uit van jezelf.”

Je vader en jij. Hoe was jullie band? En hoe ontwikkelde deze zich door de tijd?
“Onze band was goed, mijn vader was lief, aanwezig, zorgzaam. De liefde tussen ons was geheel vanzelfsprekend en groot. Toch was er ook afstand – er werd veel van ons verwacht thuis, dat drukt een stempel dat ik nog steeds niet kwijt ben: de lat ligt hoog. Doe iets zinvols, gebruik je talenten, ga studeren, denk om je moraal. Ik deel veel van het levensperspectief van mijn vader maar heb me er natuurlijk ook tegen afgezet om mezelf te kunnen worden.”

Hoe ben je te werk gegaan voor dit boek? Hoe kwamen de herinneringen weer bovendrijven?
“Alles ging vanzelf. Dat klinkt idioot maar het is zo. Ik was al lang over dit boek aan het nadenken, en ik wist dat het tijd werd het te schrijven. Dat het tijd werd iets persoonlijk te schrijven en precies zoals ik dat wilde. Met gebruik van fictie, in een vorm die de mijne was, vrij. Ik begon met fragmenten, dat klopte meteen – zowel bij mij als bij het onderwerp – en het rolde eruit.”

Wat is voor jou het meest dierbare moment van jullie samen?
“Veel momenten. Voor dit boek koos ik als omslagfoto die met mijn vader op een boot, hij achter me, los maar nabij.”

Wat heeft jou geholpen om met het gegeven dat je vader er niet meer is om te kunnen gaan?
“Het maken van dit boek heeft veel betekend. Omdat ik er míjn vader in heb kunnen vormen zoals hij voor míj was. Omdat ik hem naar me toe heb gehaald en mijn rouw vorm heb gegeven, net als mijn liefde voor hem én mijn liefde voor het schrijven.”

Kun je iets over de titel, Ganzentijd, zeggen?
“Ik schrijf over kleine voorwerpen die iets voor je gaan betekenen als iemand dood is. Ik had van mijn vader een kaartje met de kenmerken van verschillende ganzen, in zijn handschrift, met zijn precisie. Dat bracht me heel dicht bij hem, en ik ging veel wandelen met dat kaartje in mijn zak in de winter na zijn dood. Winter is ganzentijd: overwinteraars in grote groepen overal rond watervlaktes. De vogels gingen samenvallen met die tijd – en mijn vader was ook een vogelaar.”

Waarom vond je dat dit boek er moest komen?
“Het kon niet anders; het kwam vanzelf.”

Kun je, nu het boek geschreven is, uitleggen wat verlies is (aan iemand die nog nooit iemand van dichtbij heeft hoeven verliezen)?
“Als er iets persoonlijk is, is het wel verlies. Het enige zinnige dat je erover kunt leren en dus vertellen, is dat het iets is waar je niet aan voorbij moet gaan, ook niet als het anders is dan je dacht, of groter, of kleiner, of vreemd van vorm. Je moet je eigen manier van rouwen vinden, dat doet er écht toe. Want mensen verliezen hoort erbij, we hebben er allemaal mee te maken. Mij zat die gedachte aanvankelijk in de weg – ik dacht in het begin alleen maar: maak het niet te groot, iedereen maakt dit mee, hij was toch oud et cetera. Maar het ís groot. Je hoeft er niet in te zwelgen – daarmee ontken je eigenlijk dat het bij het leven hoort – maar je mag het wél de ruimte geven.”

Kunnen we in de toekomst ook een roman van jouw hand verwachten?
“Ja hoor. Dit boek ligt er al dicht tegenaan, met veel fictionele momenten.”

Over het boek

Vaders sterven. Dat doen ze nu eenmaal. Mirjam van Hengel, die tot nu toe biografische boeken schreef over literaire personen, en een leven lang gewend was zich te verplaatsen in anderen, ervoer plots aan den lijve hoe het in rouw alleen om het absoluut persoonlijke gaat. En ze vroeg zich af: hoe zou ik schrijven over mijn vader? Over deze vader: Bachspecialist, kernfysicus, wetenschapsfilosoof en de eerste politiek dienstweigeraar, maar vooral degene die altijd achter haar stond, haar de namen van planten en vogels leerde, haar leerde kijken.

In korte hoofdstukjes, deels geënt op de ontroerende film Father and Daughter, deels wandelend langs informatie uit een vogelgids, een ganzenkaartje en een correspondentie, schreef ze een intiem en kristalhelder boek. Een boek voor iedereen die wil weten wat verlies is, in Van Hengels fijnzinnige literaire stijl, waarin biografische begaafdheid samengaat met onversneden liefde en rouw.

(Ganzentijd, De Bezige Bij, € 22,99)

Over de schrijver

Foto: Keke Keukelaar

Mirjam van Hengel (1967) schreef Een knipperend ogenblik. Portret van Remco Campert (2018), dat genomineerd werd voor de Bookspot Literatuurprijs. Eerder verscheen Hoe mooi alles (2014), over de liefde tussen Leo en Tineke Vroman. Ze was redacteur, maakt literaire programma’s en schrijft voor onder meer de Volkskrant en De Groene Amsterdammer. In 2022 verscheen Dola. Over haar schrijverschap en de hele mikmak, een indringend portret van Dola de Jong. Zojuist verscheen Ganzentijd, een boek voor iedereen die wil weten wat verlies is.

Zin in?

Wij geven 3 exemplaren van Ganzentijd weg. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 19 november.