BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Leuven: een dorp in een stad

Leuven: een dorp in een stad

600 jaar universiteitsstad. Santé!

Op de heetste dagen van deze zomer togen Rick de Leeuw (1960) en Maartje Elants (1977) op reportage naar Leuven, een van de fraaiste steden van Vlaanderen die bovendien dit jaar zijn 600-jarig bestaan als universiteitsstad viert. Leve de kunst en de wetenschap!

OPEK is het Openbaar Entrepot voor de Kunsten, prachtig gelegen in het noorden van Leuven aan de monding van de kanaalkom, het oude industriële gebied waar tegenwoordig de creatieve sector is neergestreken. Een hippe plek voor jonge gasten, en vandaag ook voor ons. We hebben er voor de lunch afgesproken met Mustafa Kör, een goede vriend en tot vorig jaar de Dichter des Vaderlands van België. Vijftien jaar geleden is hij vanuit Belgisch Limburg verhuisd naar Leuven, en het lijkt niet meer dan logisch om hem wat tips te vragen voor ons bezoek.

Mustafa is een volwassen man, een oude ziel en een vrolijke jongen tegelijk. Na een auto-ongeluk toen hij 20 was, is hij nu al meer dan vijfentwintig jaar aan een rolstoel gekluisterd. Zelf blijft hij daar bewonderenswaardig nuchter onder. “Een mens moet soms een paar mislukkingen ondergaan om het leven te kunnen waarderen. Ik heb geleerd de dieptes te accepteren, dat is de enige manier om ermee om te gaan. Als je je slecht voelt, wees dan ook oprecht miserabel. Raak de bodem aan en worstel jezelf weer terug naar de oppervlakte. Maar wanneer je een lichtstraal ziet, durf dan ook te zeggen: wat een prachtige dag! Ik hou van het leven! Geen dal zonder top, wees gulzig aan beide zijden.” We bestellen drie glazen icetea pêche en terwijl Maartje en Mustafa de couscous kiezen, raadt hij mij aan de bibimbap te nemen, dus neem ik die.

Een kanon

Leuven heeft twee gezichten, zegt Mustafa. Het is aan de ene kant een jeugdige en moderne stad, werelds. Maar als je de universiteit wegneemt, houd je een slaperig provinciestadje over dat uit zijn voegen barst. Doordeweeks zijn de cafés vol en klinkt boven luide muziek het vrolijke geroep van opgeschoten jongens en meisjes. De studentenfuiven zijn legendarisch, stadsfestival Marktrock eind augustus is de telkens terugkerende paringsdans aan het begin van elk universitair jaar. De song Druk in Leuven van Noordkaap slaat de spijker, hier de nagel genoemd, op zijn kop:

het is weer druk in Leuven
studenten staan op straat
ze lachen, ze lopen, ze geuren
ze weten waar studeren om draait

Maar op vrijdagavond, als de studenten met een tas vol vuile was naar hun ouders zijn afgereisd, is het stil op straat. Dan kun je een kanon afschieten in de Naamsestraat. En nu, de eerste week van juli, is het grote verlof aangebroken en heeft de stad twee maanden de tijd om op adem te komen, de Leuvenaren eveneens. De universiteit maakt het verschil tussen stad en dorp. Als ik Mustafa na de lunch vraag of hij ons nog een paar tips kan geven, lacht hij veelbetekenend en antwoordt hij dat Leuven een stad is die graag zichzelf laat ontdekken. “Open je ogen, open je hart, dan opent de stad zich voor jou.” Ik had het kunnen weten, praktische adviezen inwinnen bij een dichter van zijn formaat is een perfect begin.

De wijsheid van eeuwen

Na de lunch fietsen Maartje en ik terug de binnenstad in, stoppen op het Monseigneur Ladeuzeplein en zoeken verkoeling in de schaduw van de imposante universiteitsbibliotheek. Deze werd na de Eerste Wereldoorlog door de Amerikanen aan de stad geschonken nadat de oude bibliotheek door de Duitsers was verwoest – er gingen driehonderdduizend boeken verloren. Op de gevel van het nieuwe gebouw zou aanvankelijk komen te staan: furore teutonico diruta, dono americano restituta, hetgeen zoveel betekent als ‘door Duits geweld geveld, met Amerikaans geld hersteld’. De rector van de universiteit wenste echter de relatie met Duitsland te normaliseren en voorkwam dat deze tekst werd gegraveerd. In de Tweede Wereldoorlog werd de nieuwe bibliotheek andermaal met de grond gelijkgemaakt, wederom door de Duitsers. En ook deze keer schoten de Amerikanen te hulp en bouwden de bibliotheek weer op. Hopelijk blijft ze nu tot in de eeuwigheid van verdere oorlogsschade gevrijwaard.

De Grote Leeszaal van de universiteitsbibliotheek is exact wat de naam reeds doet vermoeden: een grote leeszaal. Tijdens de examenperiode is deze zaal tot de laatste stoel gevuld met blokkende studenten, vandaag heerst er een serene rust. De hoge, met duizenden boeken gevulde wanden ademen de wijsheid van eeuwen terwijl stralen gefilterd zonlicht spelen met de stofdeeltjes die door de trage lucht dwarrelen. Student zijn in deze stad lijkt me geen straf, zeker niet op dagen als deze, zo vlak voor de vakantie.

Tweehonderdvijftig treden scheiden de top van de toren van de vlakte van het Ladeuzeplein, als ik goed heb geteld. Het is een serieuze klim via een smalle wenteltrap, maar het magistrale uitzicht over de stad vergoedt alles. OPEK in de verte, het stadhuis, de oude markt, Museum M, de Sint-Pieterskerk: de stad ligt aan je voeten, je krijgt zin om elke hoek ervan te ontdekken. En je krijgt er dorst van, en ook daar weet Leuven wel raad mee.

Schaars geklede dames

The Strokes, Kula Shaker, The Raconteurs: een kroeg is zoveel meer dan een goede bierkaart alleen. In de hoek van het Martelarenplein ligt café Sport, een drinklokaal zoals je dat alleen in Vlaanderen vindt. Een lange toog, een hoog plafond, houten lambrisering, houten tafels waaraan mannen praten, kaarten en drinken – niet noodzakelijk in die volgorde. En in café Sport draaien ze bovendien muziek die het eerste koele glas Westmalle op perfecte wijze vergezelt: John Trudell, Billy Nomates, The Godfathers. Het zal alles te maken hebben met Het Depot, de vermaarde concertzaal die direct naast café Sport is gelegen en waar internationale artiesten met graagte komen spelen. De playlist van café Sport kent intussen louter hoogtepunten: Iggy Pop, Queens Of The Stone Age, Lenny Kravitz. Na een tweede en een derde Westmalle triple rekenen we met tegenzin af, het is hoog tijd om iets te gaan eten.

Aan de grote markt ligt brasserie Gambrinus ingeklemd tussen de schreeuwerige smakeloosheid van Kentucky Fried Chicken en McDonalds. Brasserie Gambrinus bestaat al honderdtwintig jaar en het interieur doet geen enkele moeite om dat te verbloemen. Langs de wand staan gecapitonneerde bankjes van mosgroen leer waarboven muurschilderingen te zien zijn van schaars geklede dames omringd door Rubensiaanse engeltjes in bucolische sferen. De start van de 20ste eeuw beloofde zo te zien nog veel goeds, en een deel van die belofte kun je hier nog proeven. Na de aangename maaltijd raadt Francisco, de gerant, ons de specialiteit van het huis aan: café glacé. Het recept is zo oud als de brasserie zelf en mensen komen van heinde en verre om het te proeven. Al direct na de eerste hap begrijp ik die mensen. Volkomen.

De volgende ochtend zitten we al om zeven uur aan het ontbijt. Ons plan is helder: we willen graag vóór de hitte toeslaat onze openingsfoto maken, met het imposante oude stadhuis op de achtergrond. Het is gebouwd in de 15de eeuw en is in de loop van de 19de eeuw meermaals ingrijpend gerenoveerd. Veel van de overdadig aangebrachte ornamenten dateren van die renovaties. Zo staan er standbeelden aan de gevel van alle heersers van de stad: de graven van Leuven, de hertogen van Brabant, tot en met koning Leopold II, die in 1865 gekroond werd. Dat beeld is overigens enkele jaren geleden verwijderd vanwege Leopolds kwalijke rol in het koloniale verleden van België. Ook het beeld van koning Willem I is verwijderd, maar de precieze reden daarvan wordt niet duidelijk gemaakt. De weinig liefdevolle scheiding tussen België en Nederland onder zijn bewind zal er ongetwijfeld iets mee te maken hebben. Het stadhuis wordt trouwens momenteel verbouwd en zal in de toekomst een nieuwe functie krijgen. Sinds 2008 heeft Leuven een groot en modern stadhuis vlakbij het station, al zal voor jou als lezer van dit artikel ‘vlakbij café Sport’ waarschijnlijk meer duidelijkheid scheppen.

Eenzaamheid die troost biedt

De universiteit van Leiden is de oudste van Nederland en werd in 1575 opgericht. De universiteit van Leuven bestond toen al anderhalve eeuw en viert dit jaar haar 600ste verjaardag. Een van de vele manieren om dit te vieren is de ‘kunst- en wetenschapsroute’, een fraaie wandeling door de stad langs speciaal voor deze gelegenheid gemaakte kunstwerken. De warmte doet ons besluiten niet de gehele route af te werken, maar ons te beperken tot een van de deelnemende kunstenaars: de door ons bewonderde Berlinde De Bruyckere. De beelden die zij maakt, zijn intrigerend, verontrustend en geruststellend tegelijk. Alsof ze willen zeggen dat we allemaal eenzame, dolende zielen zijn, maar dat we desondanks verbonden met elkaar kunnen zijn. Haar Arcangelo IV staat op de binnenkoer van het Van Dalecollege aan de Naamsestraat en verbeeldt de kwetsbaarheid van de aartsengel. In deze stad, die op veel plekken nog een middeleeuwse religieuze sfeer ademt, is dat een beklijvend beeld. Eenzaamheid die troost biedt op een verlaten pleintje, waar wetenschap kunst wordt.

Een top drie Na Arcangelo IV hebben we honger naar meer en zoeken de koelte op van Museum M, het moderne stadsmuseum dat naast een aanbod wisselende tentoonstellingen ook een zeer uitgebreide vaste collectie herbergt. We dwalen door de zalen, waar klassieke werken….

Verder lezen?

Je leest het vervolg van Rick de Leeuw zijn reisverhaal in onze Vlaanderen special Zin 11. Nu in de winkel, of bestel ‘em via deze link online.

Tekst: Rick de Leeuw
Beeld: Maartje Elants