Sinds afgelopen voorjaar wonen ze weer onder hetzelfde dak. Tweeling Martine en Sonja kochten samen met hun partners een enorme woonboerderij in Breukelen met allebei een eigen woongedeelte. “Niet ons idee,” aldus Martine. Maar wat is het een heerlijke gedachte om samen oud te worden.
Sterke basis
Sonja: “Tweeling zijn is heel anders dan beste vriendinnen. Voor mij is wat ik met Martine deel veel meer dan wat ik met m’n beste vriendinnen deel. Wij samen waren en zijn er altijd. Bij een vriendin heb je altijd het verhaal ‘hoe we elkaar leerden kennen’. Martine is voor mij onlosmakelijk en onvoorwaardelijk. Zij is er gewoon, ook als de ander aan het eind van de wereld zit, ook als je elkaar niet ziet.”
Martine: “Maar gesprekken over relaties en over hoe ik me voel, heb ik toch meer met m’n beste vriendinnen. Omdat het van oudsher niet in ons patroon zit daarover te praten. Als kind heb je het daar niet zo over.”
Sonja: “Je denkt ook wel te weten hoe de ander zich voelt, omdat je zo hetzelfde naar de wereld kijkt. Sinds een tijdje gaan we af en toe uitgebreid uit eten met z’n tweeën. Dan heb je ineens heel andere gesprekken, waarin we elkaar nog beter leren kennen. Onze basis samen is zo sterk dat we niet panikeren over wat er met de wereld om ons heen kan gebeuren. Als alles wegvalt, hebben we altijd elkaar nog. Dat geeft rust en vertrouwen. En dat er met een van ons wat kan gebeuren? Daarover denken we niet na. We hebben het er niet over. Dan zou de wereld wél instorten.”
Op zoek naar eigen identiteit
Sonja: “Als kind waren we geen tweeling die er altijd hetzelfde uitzag. We hadden vaak dezelfde kleren, maar dan wel in een andere kleur. Onze ouders hebben ons niet heel bewust als tweeling neergezet. We weten ook niet of we een- of twee-eiig zijn. Nooit een DNA-test gedaan.”
Martine: “Maar we lijken veel op elkaar: goed kunnen lezen, van boeken houden, niet sportief of handig, wel snel kunnen leren, onze manier van reageren… Als je in veel dingen op elkaar lijkt, is het vaak ook leuk om dingen samen te doen.”
Sonja: “Toch hadden we aan het begin van de basisschool regelmatig gedoe, omdat we wat competitief waren en elkaar niet zoveel gunden.”
Martine: “Toen werd Sonja voor een jaar naar een hogere groep gezet. Superoneerlijk, want ik was de oudste. Kan ik me nog steeds herinneren.”
Lees het hele interview in Zin 10. Dit nummer ligt nu in de winkel of bestel je hier eenvoudig online.
Tekst: Margreet Botter | Beeld: Hester Doove