Een nieuwe column van cabaretière Katinka Polderman: ‘Monsieur de grasmat wil overvloedig besproeid worden, liefst met water uit Spa of Lourdes’
Eindelijk een tuin
Het lukt maar niet met de tuin. Voordat we in ons rijtjeshuis gingen wonen, een jaar of zes geleden, woonde ik twaalf jaar in een bovenwoning zonder tuin of balkon. Elke lente wanneer anderen vrolijk werden omdat de zon begon te schijnen, steeg bij mij de knorrigheid omdat ik bij lekker weer heel mijn hebben en houwen moest versjouwen naar park, plas of terras. Het volgende huis moest een tuin hebben. Ik dacht dat een tuin in de categorie ‘natuur’ viel. Dat je een keer naar het tuincentrum gaat, de daar aangeschafte planten een leuk plekje geeft in borders, hoekjes en potten en er daarna alleen maar naar hoeft te kijken vanuit een gezellig kleurige hangmat. Dat het een kwestie is van zorgen dat de boel een beetje binnen de perken blijft en dat is dat. De natuur buiten de tuin heeft ons niet nodig, dus waarom zou dat voor de natuur tussen drie schuttingen anders zijn?
Divagedrag
Maar de natuur in mijn achtertuin vertoont divagedrag. Bij de eerste de beste tegenslag geeft mijn grasmat de geest. Monsieur het matje wil overvloedig besproeid worden, waarschijnlijk nog het liefst met water uit Spa of Lourdes met een klein snufje biologische vegan bemesting, maar alleen na zonsondergang op oneven dagen. Ik vergeet dat te doen. Als gras een gezichtje had, zou de grasmat me spriet voor spriet hele dagen verwijtend aankijken. De plantjes die we het ene jaar voor honderden euro’s aanschaffen bij het tuincentrum, zijn het jaar erna nergens meer te bekennen. Ik heb een sterk vermoeden dat ze weglopen, ’s nachts als wij slapen, in colonne met kleine trippelstapjes met hun worteltjes als pootjes. Maar ik kan geen modderspoor ontdekken van de border naar de schutting. Misschien vliegen ze, ik weet het niet, en waarnaartoe dan? Of misschien – het is minder leuk maar wel aannemelijker – zijn ze gewoon gestorven en verschrompeld.
Tuincentrum
De enige plant die jaar na jaar verbeten haar imperium uitbreidt is een geraniumachtig gewasje met roze bloemetjes. Ze overwoekert de kwijnende grasmat en verrijst enthousiast bij de hortensia en zelfs ín potten. Op miraculeuze wijze heeft ze vanuit de achtertuin ook de weg weten te vinden naar de bloempotten naast de voordeur. Met haar wortels onder het huis door en daarna hop de pot in gesprongen, stel ik me zo voor. Gisteren reed ik maar weer naar het tuincentrum, voor graszaad en om plantjes in te slaan ter vervanging van het perkgoed dat ik vorig jaar kocht en dat nu waarschijnlijk in de eeuwige jachtvelden staat te bloeien. Ik ben benieuwd of het wat wordt. En anders zal ik de rest van de zomer, om mijn eigen dorre woestenij te ontvluchten, toch weer heel mijn hebben en houwen moeten versjouwen naar park, plas en terras.
Katinka Polderman (1981) is cabaretier. Ze woont in Den Bosch met haar man Peter, zonen Bram (5) en Koen (0) en poes Beertje. Haar dagen vult ze met schrijven, tekenen, Lego en boeken. Het liefst dwaalt ze door onbekende Nederlandse provinciesteden en plaatselijke boekhandels.
Nooit meer een column van Katinka missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.
Foto: Brenda van Leeuwen