Je kent haar al vanaf de kleuterschool. Of kwam hem vorig jaar pas stomtoevallig ergens tegen. Wat een klik! Je kunt met elkaar lezen en schrijven. Maakte iets heel bijzonders samen mee. Wie is jouw beste vriend(in) en waarom? Zin-lezers vertellen:
Al 60 jaar vriendinnen
In 1959 troffen we elkaar op het stageadres bejaardenhuis Delftweide in Haarlem waar ik woonde. Ans kwam uit Zwaag. Onze wegen scheidden toen ik voor werk naar Friesland vertrok en Ans naar Alkmaar ging maar: het contact bleef. We trouwden en kregen allebei ongeveer gelijktijdig drie kinderen. Lief en leed – scheiding, ziekte, overlijden en brand – werden gedeeld. De PTT is rijk van ons geworden door alle kaartjes, kattenbelletjes en telefoontjes die over en weer gingen. Toen we allebei alleen kwamen te staan hebben we menige onvergetelijke vakantie samen beleefd, tot Nieuw-Zeeland aan toe! Favoriet waren toch wel de fietsvakanties: zwaar bepakte fietsen inclusief tentjes brachten ons op verrassende oorden en campings. Nu ik tot mijn spijt minder mobiel ben en de mogelijkheden beperkt zijn geworden, zien we elkaar minder frequent. Maar de gouden herinneringen blijven. Dit is geen hemelbestormend verhaal. Maar het idee dat er iemand is bij wie je altijd je verhaal kwijt kunt – en al zo lang – en elke volgende keer gewoon verdergaat daar waar je was gebleven, is goud waard.
Elly
Verkeerde tijdmachine
Ik ken hem denk ik nog uit een vorig leven. Wij hadden toen waarschijnlijk een prachtige, innige relatie en waren daarmee nog lang niet klaar. In het leven van nu hebben we elkaar opnieuw gevonden. De herkenning was er meteen: een blik, een aanraking was genoeg om de vonken er volledig van af te laten spatten. We gingen helemaal in elkaar op, werden weer knetterverliefd. O, wat hadden we veel te vertellen! Deelden foto’s van onszelf als jonge twintigers en onze muziek met elkaar. We bleken zelfs diverse plekken gemeen te hebben waar we alle twee geweest zijn rond dezelfde tijd. Dezelfde school, dezelfde kroegen… Alleen we zijn elkaar toen níet tegengekomen. Het voelt alsof we in de verkeerde tijdmachine zijn gestapt: ik was er zeven jaar eerder. We zijn allang geen twintigers meer en hebben dan ook alle twee al een groot deel van ons leven achter de rug. We hebben relaties (gehad) maar dat maakt deze hernieuwde kennismaking niet minder bijzonder. Ik heb de sleutel van zijn hart.
Gemma (1950)
Mijn zus, vriendin voor het leven
Een ode aan mijn twee jaar jongere zus, nu 51 jaar in mijn leven. Tot mijn 18de deelden we samen een stapelbed. Het wedstrijdzwemmen tijdens onze jeugdjaren was samen om half zes opstaan en de avond ervoor vroeg naar bed. Hoogtepunten en dieptepunten op sportief vlak deelden we met elkaar. Na het verlies van onze vriendin op 27-jarige leeftijd vonden we veel steun bij elkaar. Nog meer steun vond ik in haar support na het overlijden van mijn eerste kindje twee dagen na de bevalling, nu 22 jaar geleden. Beiden kregen we nadien twee prachtige gezonde dochters. We zagen elkaar minder door een reisafstand van een uur maar hebben altijd contact gehouden. Het leven bracht wat bij het leven kan horen: een burn-out met depressie, het verlies van eerst onze vader en daarna onze oudste zus, een scheiding. Elk voor zich een eigen onderneming opzetten en weer vooruit! Voor elkaar altijd een luisterend oor en arm om elkaar! Kostbare tijd brengen we samen wandelend in de natuur door. Het leven vieren op ‘ons’ geliefde Ibiza. We appen of bellen elke dag.
Lieve zus, je bent de beste vriendin door dik en dun!
Tietie (1966)
Ze schoof zichzelf opzij
Heleen en ik waren zo’n 19, 20 jaar oud. We gingen op vakantie naar háár vakantieliefde sinds enkele jaren: de mooie Francisco. Ze zouden dat jaar samen serieuze toekomstplannen gaan maken. Al op de eerste dag bleek het smeden van de toekomstplannen niet helemaal een goede timing voor Francisco: er was net op dat moment een ander vakantievriendinnetje. Pepe maakte het nog erger. Zijn oog viel via de spiegel die de achterkant van de bar sierde op mij. Nog diezelfde avond, of eigenlijk nacht, gingen we samen uit toen zijn dienst er om 01.00 uur opzat. Ik kon mijn verdriet om mijn moeder die een jaar eerder was overleden tijdens die vakantie door de liefde en het samenzijn met Pepe een beetje naar de achtergrond schuiven. Heleen, mijn lieve vriendin met een gouden randje om haar hart, schoof zichzelf die vakantie volkomen opzij en klaagde nooit over de vele uren die ik doorbracht met mijn allerliefste Pepe.
Sylvia (1963)
Luide lach, pretogen, luisterend oor
Ze was collega in het team waar ik ziektevervanging deed en het klikte: zowel als mens als in ons vak als hulpverlener. Toen ik weer verder moest, heb ik haar gevraagd of ze buiten het werk wilde afspreken en ze zei ja. Ze is een sprankelende vrouw met een luide lach, pretogen en een luisterend oor. We werden vriendinnen.
We kregen allebei een relatie, een miskraam, waren samen opnieuw zwanger en gaven borstvoeding aan onze baby. En onze vriendschap groeide. De fases van de kinderen werden beleefd en besproken, familie- en relatieperikelen, afscheid nemen van geliefden door overlijden. Ik ken haar de helft van mijn leven en ze is mij dierbaar. Ik kan met haar lachen, huilen, praten, wandelen, schaamte en fantasieën bespreken. Ons ouder wordende lijf zit soms in de weg. Regelmatig daarover klagen helpt voor de verbondenheid en om te relativeren. Onze vriendschap groeit nog steeds, ik ben dankbaar dat ze in mijn leven is, mijn lieve vriendin. Ik hou van haar. BFF.
Marjan (1960)
Totaal onvoorbereid naar Parijs
Mijn beste vriendin Anita ken ik vanaf mijn middelbareschooltijd vanaf 1965. We ontmoetten elkaar in de derde klas van de Middelbare Meisjes School. We speelden daar samen toneel en hebben heel veel gelachen. Na ons eindexamen begon zij aan een opleiding verpleegkunde en ging ik bij een uitgeverij werken. Allebei wonend in Amsterdam konden we elkaar blijven zien. Met mijn zelfverdiende deux-chevaux gingen we – totaal onvoorbereid – naar Parijs. Op een gegeven moment namen we maar een afslag van de périphérique en kwamen (tot onze eigen verbazing) in de straat van ons derderangs hotelletje uit! Ik heb nog een foto waarop je mijn witte eendje midden op de Champs-Élysées geparkeerd ziet staan. Dat mocht toen natuurlijk ook al niet. Maling aan alles…
Ik ben in september 1976 getrouwd, Anita drie weken later. In 1978 werd mijn zoon geboren, haar zoon een jaar later. Mijn dochter werd in 1980 geboren, haar tweede zoon in 1981. Zo gingen onze levens min of meer gelijk op. Ik zie ons nog beiden huilend aan een tafeltje in een ongezellig winkelcentrum van een grote stad in het Zuiden van het land zitten: ik ging scheiden. Zij is gebleven… Het belangrijkste is (nog steeds) dat alles wat wij van elkaar weten ‘onder ons’ blijft. Bij elk vriendinnenjubileum maken we een (steden)reisje naar bijvoorbeeld Barcelona, Praag of Jersey. De laatste jaren kwam het daar niet meer van door de ziekte van Anita’s man. Maar onlangs gingen we toch weer twee nachtjes logeren in de omgeving van Nijmegen en hebben we genoten van het mooie herfstweer en de natuur van de Ooijpolder. Een half jaar geleden is Anita verhuisd naar een stadje aan de Vecht waardoor wij vaker even tussendoor samen een kop koffie kunnen drinken en ons hart bij elkaar kunnen luchten. Een dierbare en kostbare vriendschap!
Else (1952)
Corine & Corinne
Al bijna 55 jaar zijn we bevriend en benieuwd naar elkaars leven. Van buurmeisjes op een Rotterdamse galerijflat tot nu. Al wonen we 200 kilometer uit elkaar: bijpraten in Blijdorp blijft! We zijn verschillend maar onze betrokkenheid bij mensen en de natuur blijft ons verbinden. “Corine doet alles met veel aandacht en laat zien hoeveel er in het leven mogelijk is, ook bij flinke beperkingen.” En: “Met Corinne is er de volgende 50 jaar genoeg te bespreken.” Een vriendschap voor het leven.
Corine (1964) & Corinne (1964)
Altijd kwamen we weer samen
Onze vriendschap is niet spetterend en uitdagend maar rustig en stabiel. Het begin was in klas 1 op de eerste dag van het schooljaar. Haar moeder zei toen: “Ga maar bij dat meisje zitten.” Onze levenspaden gingen soms een andere kant op. Vier keer zijn we elkaar kwijtgeraakt maar altijd kwamen we weer samen. We proberen drie keer per jaar af te spreken om te kletsen en te lunchen. Dan leggen we elkaar uit wat we niet goed kunnen appen of mailen. Als ik mijn vriendin zie, gaan we door waar we de vorige keer waren gebleven. Haar ontmoeten voelt vertrouwd. Omdat ik de laatste jaren aan huis gebonden ben, komt zij meer mijn kant op dan dat ik haar bezoek. Dat waardeer ik zeer. Zij geeft mij altijd een prettig gevoel. Ze is voor mij heel bijzonder.
Wilna (1946)
Meer lezen? Zin 3 met veel meer vriendschapsverhalen ligt nú in de winkel of bestel het nummer online!
Foto boven: Irina Schmidt