BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Ellemijn: ‘Ik draag mijn drie overleden kindjes in mijn hart’

Ellemijn: ‘Ik draag mijn drie overleden kindjes in mijn hart’

Ellemijn verloor baby Jasmijn, Tijgertje en Quinten

Ellemijn (1968) is actrice. Ze verloor drie kindjes bij de geboorte: Jasmijn (19 oktober 1997), Tijgertje (12 januari 1999) en Quinten (7 maart 2008). Ze kreeg ook drie gezonde zonen Victor (17), Boaz (16) en Pablo (8).

In mijn hart

“Wat best gek is, is dat er geen naam is voor een ouder die een kindje verliest. Als een vrouw eenmaal een kindje heeft gekregen, zal ze voor altijd moeder zijn, ook als dat kindje doodgeboren is. Ik draag mijn drie overleden kindjes in mijn hart, zoals ik dat doe met mijn levende kinderen. Mijn verdriet om Jasmijn, Tijgertje en Quinten zie ik als een vorm van liefde. Er zijn geen ervaringen en nieuwe herinneringen die ik met ze opbouw. In zekere zin heeft het iets heel puurs: ik heb deze drie kindjes hun hele leven begeleid, ben er altijd voor hen geweest. Dat geeft een heel dankbaar gevoel. Ik wil ook heel graag geloven dat ze nog ergens zijn, anders is het onverteerbaar!

Hechten

Vroeger kreeg je bij de bevalling van een dood kindje een doek over je hoofd. Opdat je je maar niet aan het kindje ging hechten. Maar natúúrlijk ben je al lang aan het kindje gehecht, al die tijd dat het in je buik zat! Jasmijn, Tijgertje en Quinten zijn onderdeel van mijn verhaal. Hoewel ik graag over ze praat, ben ik niet in mijn rouw blijven hangen.
Toen Jasmijn na een voldragen zwangerschap dood ter wereld kwam, was ik oorverdovend verdrietig en tegelijkertijd zó blij: zij zorgde ervoor dat ik moeder werd. Ik wilde haar het liefst aan iedereen laten zien: míjn dochter.
Een dood kind confronteert mensen met hun grootste angst: een kind verliezen. Dat is eng! Vaak snappen buitenstaanders niet dat je, net zoals je niet doorlopend blij bent niet doorlopend verdrietig bent.

JasmijnEigen grafje

Ik beviel in het ziekenhuis van Jasmijn. In de korte tijd die we samen hadden, heb ik haar gewassen, aangekleed en afscheid genomen. Ze kreeg haar eigen grafje. Op Jasmijns 18de verjaardag had ik het ineens heel moeilijk: 18 is zó’n mijlpaal. Ik treurde omdat ze niet de dochter was die mijn jurk inpikte, uitging, volwassen werd.

Tijgertje werd na een zwangerschap van 18 weken geboren. Ze paste op mijn hand, zo klein en kwetsbaar maar zó compleet! Ze werd gecremeerd en met andere lotgenootjes uitgestrooid. Achteraf had ik dat anders gedaan. Ik woonde in die tijd vlakbij een bikerskroeg. In mijn enorme verdriet na Tijgertje kwam ik een van die stoere mannen, Rooie Rob, tegen. Hij zei: ‘Ik ben hartstikke trots op je maar het gaat niet goed met je. Je ziet er niet uit. Ga naar huis, ga je douchen, trek een strak jurkje aan, dan neem ik je mee uit eten bij de Chinees.’ Dat heb ik gedaan. Het waren magische woorden die alleen hij kon uitspreken en ze werkten helend. Ik ontdekte: je moet een leuke moeder zijn: niet alleen voor je levende kindjes, óók voor je overleden kindjes.

Verbinder

Mijn relatie met de vader van Jasmijn, Tijgertje en mijn oudste twee zoons hield geen stand. Er kwam een nieuwe liefde op mijn pad, de liefde van mijn leven. Met hem kreeg ik Quinten. Hij werd geboren na een zwangerschap van 24 weken. Hij hapte naar adem, bewoog zijn armpje, glimlachte, probeerde te leven. Raul en ik waren zó blij. Raul nam hem in zijn armen en liet hem de wereld zien. Voordat het verdriet ons overviel, voelden we ons vooral heel trotse ouders. Quinten was uiteindelijk de verbinder. Het afscheid van hem ging zoals ik het had gewild. We deden het samen. Dat werkte helend, ook voor het verdriet over Jasmijn en Tijgertje.”

Lees de andere aangrijpende interviews in Zin 4.

Interview: Margreet Botter. Fotografie: Bonnita Postma. Haar & make-up: Manous Neelemans