Opnieuw de straat op durven gaan, opnieuw leren eten, opnieuw leren zwemmen. Jezelf eindelijk accepteren. In Zin 2 staan ingrijpende verhalen van doorzetters. Vandaag het verhaal van sportman Maurice Wiegman (1966). Hij raakte door een zeldzame spierziekte verlamd. Met een speciaal pak heeft hij weer leren zwemmen.
Het zal lukken
“Ik liep halve marathons, zat vaak op mijn wielrenfiets, voetbalde veel. Ik was de snelste van de vereniging, ik liep het gras eruit! Dus die stijfheid in mijn benen weet ik aan een blessure. Ik was toe aan vakantie. Op de camping ging het mis. Er was een waterpolotoernooi en ik móest daarbij zijn. Na een paar wedstrijdjes stapte ik uit het bad en verstijfden mijn benen. Ik klapte op de grond. Paniek. Wat overkwam me?! Na tien minuten nam de spanning in mijn spieren af. Pas bij de fysio in Nederland besefte ik dat er iets mis was. Hij dacht aan ALS, MS of een tumor in het ruggenmerg. Maar artsen in het ziekenhuis tastten in het duister. Elke keer kon ik terugkomen om te horen: ‘We weten het niet’. Lopen ging steeds moeizamer, ik strompelde op mijn voorvoeten. Mijn gezin en ik zaten drie jaar in angst – ga ik hieraan dood of niet? Toen kwam de diagnose: de ziekte van Strümpell. Ik ging niet dood, maar kon nooit meer lopen.
Die onvergetelijke dag
Ik weet alles nog precies van die dag. Wat ik at, wat ik droeg, waar mijn vrouw en ik de auto parkeerden. Een halfjaar lang bracht ik op een matras in de woonkamer door. Ik was in de rouw om wat ik ooit had: een gezond lijf, een sportief leven, een baan als timmerman. De frustratie was groot. Dan zat ik in die rolstoel, langs het voetbalveld bij een wedstrijd van een van m’n kinderen, en kwam er een bal op me af. Ik voelde in mijn hele lijf dat ik dat kreng zo’n ongelooflijke rotschop wilde verkopen maar ik kón het niet… Dat was de trigger om naar een open dag voor gehandicaptensport te gaan. Ik wilde zwemmen. Ik had veel armkracht, in het water voel je de minste weerstand en was ik bevrijd uit die stoel, die gevangenis. Op mijn eerste dag in het zwembad kwam er een klein dametje naar me toe. ‘Hé, Maurice!’ Het was mijn zwemjuf van toen ik nog een binkie was. Voor ik het wist, ging ik weer samen met mijn juf het water in. Een déjà vu. Het verschil was alleen dat ik nu spastische benen had, die naar beneden zakten. Daar wist mijn juf wel wat op: kinderkurkjes om mijn benen. Een verademing! Vanaf dat moment kreeg ik twee keer per week zwemles.
Het zal lukken!
Gek om iets opnieuw te moeten leren. In je hoofd heb je het nog, alleen je lijf registreert het niet meer. Frustrerend, maar ik voelde: het zal lukken! Je moet alle stapjes bewust maken. Tegen je brein zeggen: nu steek ik mijn arm naar voren. In plaats van één baantje kon ik er al snel vijf en op een gegeven moment een paar kilometer. Aan dat soort overwinninkjes houd je je vast. Op een gegeven moment wilde ik sneller. Toen ik met mijn dochter de film De kleine zeemeermin keek, bedacht ik: waarom draag ik geen meerminpak? Dan zou ik drijven én zo glad zijn als een vis. Ik ging naar een duikerswinkel en voor ik het wist lag ik met een speciaal voor mij gemaakt zeemeerminnenpak in het water. Fantástisch! Ik deed hetzelfde als wat ik al jaren deed maar dan drie keer zo snel. Ik was euforisch, het was een overwinning.
Inmiddels heb ik aan triatlons meegedaan voor mensen zonder beperking; ik kwam als tiende uit het water. Nu train ik valide zwemmers. Af en toe zien mijn zwemjuf en ik elkaar nog. ‘Bijzonder hè, dat we elkaar toen hebben ontmoet,’ zeggen we dan. Ons zwemavontuur liet me inzien dat ik geen beperking heb. De grootste beperking – denken ik kan het niet – zit tussen je oren.”
Samen met een journalist schreef Maurice het boek Leven is een keuze.
Lees hier het verhaal van Marjolein Assenbroek (1964). Ze had een kwaadaardige tumor onder haar tong. Nadat ze was genezen, moest ze opnieuw leren praten en eten.
Morgen deel 3. Joke Mokveld (1955) durfde door pleinvrees een jaar lang haar huis niet uit. Ze dwong zichzelf weer de straat op te gaan, en emigreerde daarna voor haar werk naar Zuid-Afrika.
TEKST: LISANNE VAN SADELHOFF. BEELD: MARK UYL | STYLING: PAULA SCHOUTEN (COLORENCO) | VISAGIE: MINKE BOEIJEN