Erik Jan Harmens (1970), schrijver en dichter, legt iedere Zin uit waarom gedichten gelukkig maken – of tot nadenken stemmen.
Onlosmakelijk
Dit gedicht telt zestig woorden, waarvan tien keer ze en veertien keer me. Door al die z’s lijkt het gedicht te zoemen, door dat geslalom van ze-me-ze-me is het alsof de dichter zich onlosmakelijk met de ander weet te verbinden, de woorden smelten samen.
Formeel
Het gedicht is, ondanks het romantische onderwerp, nogal formeel van toon. Ook doordat de dichter niet schrijft: dat wil zeggen, maar kiest voor het zakelijke d.w.z. ‘Onteigenen’ is een term die je niet in gedicht maar in een contract of dwangbevel verwacht.
Hartenpijn
Toch is in al die rare mantra- taal genoeg te ontdekken, ook voor de beginnende poëzie lezer. In de eerste strofe bijvoorbeeld, gaat de vrouw letterlijk op in de man: hij wordt minstens de helft zo zwaar als hij was. En ook figuurlijk: naast genot brengt de liefde kop zorgen, hartenpijn. Die schmerz kennen we allemaal.
Vanzelfsprekend
Aan het einde gebeurt nog iets bijzonders: iemand gaat weg, is weg van me, wat je vanzelfsprekend op twee manieren kunt interpreteren. Houden we het even op dat iemand is vertrokken, dan is het treffend dat de afwezige aanweziger is dan ooit. Zo hebben we allemaal wel iemand die er niet meer is, en die er altijd is.