Rick: ‘Toen mijn oudste zoon op de middelbare school zat, was hij bepaald geen lezer. Zijn boekenlijst afwerken was een moeizame oefening. Maar De eetclub van Saskia Noort verslond hij. Benieuwd geworden ben ik het na hem ook gaan lezen. Sindsdien zijn we samen fan.’
Saskia Noort (1967) is sinds jaar en dag de best verkopende schrijfster van Nederland. De verfilmingen van haar boeken zijn al even succesvol. Een gesprek over relaties, evenwicht en de nakende revival van het schaamhaar.
Als ik iets later dan afgesproken bij het huis van Saskia Noort arriveer, staat haar voordeur wagenwijd open. Onhandig sta ik op de drempel. Zomaar naar binnen lopen lijkt me nogal onbeleefd, maar aanbellen bij een open deur voelt onnozel, dus roep ik aarzelend haar naam de verlaten deuropening in. “Kom maar binnen,” roept ze terug, “ik woon hier nog maar net en de bel doet het niet.”
Nieuwe fase
Saskia Noort: “Toen mijn kinderen op kamers gingen wonen, was het huis opeens te groot. En het werd een beetje naargeestig, een soort mausoleum met veel lege kamers. Ook al omdat in diezelfde periode mijn relatie op de klippen liep. Dit huis hoort bij de nieuwe fase van mijn leven. Het is comfortabel en overzichtelijk, al noem ik het soms spottend mijn bejaardenwoning. Het fijnste is dat ik eindelijk helemaal zelf mag bepalen wat voor huis het gaat zijn. Ik hoef met niemand rekening te houden. Sinds ik alleen woon, ben ik niet veranderd in een vrouw die alles vanzelfsprekend alleen doet. De perfecte single ben ik bepaald niet, ik geniet meer van het leven als ik met iemand samen ben. Dat hoeft niet per se een minnaar te zijn; iets wordt meer waard als twee paar ogen het zien, als twee monden het proeven. Ik heb die bevestiging van de ander nodig maar ik ben niet wanhopig op zoek naar nieuwe liefde. Ik voel me eigenlijk minder eenzaam sinds ik alleen ben; in mijn relatie heb ik soms grote eenzaamheid gevoeld. Als ik me af en toe niet zo lekker voel, vertel ik mezelf dat er een tijd was waarin ik er alles voor over zou hebben gehad om te wonen zoals ik nu woon.”
Verdriet als een natte jas
“Momenteel schrijf ik aan een boek over een echtscheiding. Ik daal af naar de kern ervan, naar het doortrapte, het gemene, het vuile. In die laatste fase van een huwelijk komt bij beide partners het lelijkste naar boven. Dat heb ik tien jaar geleden bij mijn eigen scheiding ervaren. Door die afstand van tien jaar kan ik die lelijkheid zonder voortdurende boosheid of irritatie beschrijven. Het is niet autobiografisch maar dat neemt niet weg dat ik er soms van wakker lig. Zo’n scheiding slaat diepe wonden. Het is dramatisch om te beseffen dat de liefde weg is als je van iemand gehouden hebt. Daar kun je allerlei therapieën op los laten maar soms vervreemden mensen van elkaar. Bij mij was dat een ongemerkt proces waarbij ik in eerste instantie de signalen ontkende. Wel bij elkaar zijn maar elkaar niet meer kunnen vinden. Dat je de liefde niet meer voelt, dat je apart gaat slapen omdat je de aanwezigheid van de ander niet meer verdragen kunt, dat zwijgen loodzwaar wordt, dat alles wat wordt gezegd als een verwijt klinkt. Het verdriet dat als een natte jas over je schouders hangt. Dode liefde kan zo pijnlijk zijn. Het is een vreselijke ontdekking als blijkt dat je niet meer houdt van de man met wie je kinderen hebt. Eerst blokkeerde ik het. Het waait wel over, loog ik mezelf voor. Tot het niet langer ging en ik wist: als ik dit de rest van mijn leven moet blijven doen, ga ik dood. Als er geen weg terug meer is, moet je dat onder ogen durven zien. Maar eenvoudig was dat niet. Emotioneel was dat zwaar. Ik was teleurgesteld in mezelf. Ik had gefaald. Ik vond mezelf een mislukking, en dat is geen gezonde basis voor een gelukkig leven.”
Leven in de hoogste versnelling
“Na mijn scheiding kwam ik in een nieuwe relatie terecht. Avontuurlijk, maar achteraf bezien behoorlijk destructief. De eerste maanden was het heerlijk: ‘Jezus, bestaat dit óók?’ vroeg ik me regelmatig af, ‘wauw!’ Ik leefde in de hoogste versnelling en tintelde van de adrenaline. Het gaf me tomeloze energie. Een emotionele achtbaan. Aan de ene kant was er enorm veel passie maar helaas ging die gepaard met een boel negativiteit en vreemde machtsspelletjes. Voortdurend aantrekken en afstoten, geselen en zalven, kwetsen en troosten. Het was een ziekelijk patroon. Waarom doen mensen dat elkaar aan? De heftige emoties die daarbij loskwamen verwarde ik enige tijd met ware liefde. Inmiddels weet ik dat het een heftig spel was, dat we allebei wilden winnen maar dat enkel verliezers opleverde. Die hartstocht was verslavend. Het paste niet bij mij maar ik kon er niet mee stoppen. Van nature ben ik harmonieus, gezellig en evenwichtig maar het was alsof ik mezelf opnieuw had uitgevonden. Ik voelde me bevrijd, alle remmen los. Mijn omgeving dacht daar heel anders over, en ik vrees dat ze gelijk hadden. Ik verwaarloosde mijn vrienden, mijn dierbaren, mijn verleden, mijn toekomst. Zelfs het feit dat ik in die periode nauwelijks nog aan schrijven toekwam, was blijkbaar geen signaal. Ik was daar totaal niet mee bezig, die relatie slokte me volledig op.”
De rest van het interview met Saskia Noort lezen? Haal dan snel Zin 12 in huis!
Winnen
50 dingen die ik blijf doen (en andere verhalen) is een verzameling van Noorts beste columns. Hebben? Ga snel naar onze Win met Zin pagina.
TEKST: RICK DE LEEUW | BEELD: JACQUELINE DE HAAS | MINKE BOEIJEN