De in Amerika geboren journaliste Liddie Austin (1959) adviseert, gefundeerd en uitgesproken, over het uiterlijk van de Nederlander – vrouw of man. Deze keer over de das.
Over stropdassen heb ik – kind van mijn tijd – nooit zo nagedacht. Mijn vader droeg ze wel, maar koos (als Amerikaan?) voor de meest praktische oplossing: voorgestrikte exemplaren. Die hij vervolgens met een haakje aan zijn boord hing. Zijn dassen waren best breed, meen ik, en dan was er ook nog sprake van een dasspeld, zo halverwege de knoopjes van zijn overhemd. Veel meer kan ik me er niet van herinneren.
Lengte maakt verschil
De Man heeft één stropdas in zijn collectie maar al sla je me dood: ik zou niet wéten hoe die eruitziet. Wij leven nu eenmaal in een tijd waarin mannen ervoor kunnen kiezen zelden of nooit een das te dragen. Over dassen ging ik pas nadenken toen Donald Trump nogal nadrukkelijk in mijn leven verscheen. Bij zijn inauguratie als president van de Verenigde Staten zag ik meteen dat zijn vuurrode variant veel te lang was. Dat verbaasde me want hoe wist ik hoe lang een das moest zijn? Blijkbaar heb ik ergens onbewust toch regels voor stropdassen opgeslagen. Tijd om bewuste kennis te vergaren. Dat doe ik bij deskundige John de Greef, moderedacteur van Elsevier en Elsevier STIJL, en schrijver van een boek over dassen – antiquarisch verkrijgbaar.
Geen strop
“Nooit stropdas zeggen,” corrigeert hij mij meteen. “Het is een das.” Weer wat geleerd. De das van Trump was hem uiteraard ook opgevallen. “Elke keer als ik die man op televisie zie, spreek ik mezelf toe: stap eroverheen en luíster nu gewoon eens naar hem. Maar het lukt niet: de ergernis is te groot. De punt van de voorzijde van de das mag hooguit de riemgesp of tailleband raken. Bij Trump hangt hij een stuk lager. Daardoor komt er een soort levensloosheid in: zijn das is een doelloze rode lap textiel geworden.” En dat hoeft niet, zegt De Greef. “Als je hem iets korter houdt en er onder de knop bovenin een mooi gleufje in kneedt, gaat het textiel spreken.”
Savoir-vivre
De Greef heeft geen idee waarom Trump zijn das zo lang draagt. “Misschien om z’n aanzienlijke buik aan het zicht te onttrekken? Zonder das valt die in een wit overhemd erg op, zeker als je je jasje consequent open laat hangen zoals Donald Trump doet. Hij mist gewoon een soort savoir-vivre.” De das is geen mode-item dat momenteel in het brandpunt van de belangstelling staat. “Op de catwalk is hij lang afwezig geweest en ook in het gewone leven zie je hem nog maar een bescheiden rol spelen,” aldus De Greef. “Op representatieve gelegenheden hebben mannen wel een das om maar zijn die over het algemeen weinig sprekend. Smal, vaak donkerblauw of zwart en in elk geval effen: de das is er wel en ook weer niet. De bonte das zie je alleen nog bij ouderwetse mannen.” Maar de mode fluctueert, dus wie weet zien we over een paar jaar wel weer gewoon overal bontgekleurde dassen. “Bij Vetements, een van de toonaangevende modemerken van dit moment, zijn ze er alweer een beetje mee begonnen.”
V-hals
Zelf draagt De Greef ook niet dagelijks een das. “Ik vind dassen erg leuk maar het is bewerkelijk om ze goed te dragen. Daarom geef ik tegenwoordig vaak de voorkeur aan V-halstruitjes, wel zo gemakkelijk.” Toch hebben dassen wél een functie. “Het viel me laatst op dat Jeroen Pauw zijn programma met open boord presenteert. Zo’n hals wordt toch wat ouder… Wat dat betreft is televisie keihard en ongenadig. Met een gesloten boord en een das leid je de aandacht keurig van de hals af. De das is een goed camouflagemiddel voor je leeftijd.”
Ook nog moeite met het knopen? Kijk op deze pagina voor een handig filmpje!