De in Amerika geboren journaliste Liddie Austin (1959) adviseert, gefundeerd en uitgesproken, over het uiterlijk van de Nederlander – vrouw of man. Deze keer over parfum.
Als je modeontwerpers mag geloven, halen ze hun inspiratie overal en nergens vandaan. Ze zien iets op straat en vertalen dat in een jurk – zoiets. Hun creativiteit kan geprikkeld worden door muziek, een schilderij, een vrouw (Joline Jolink kiest elk seizoen een rolmodel: deze zomer wijlen kunstschilder Georgia O’Keeffe) of door iets abstracts, zoals ‘de geringe progressie van het feminisme anno 2017’ (aldus Miuccia Prada na haar catwalkshow in februari).
Gokken en gin
John Galliano, nu hoofdontwerper bij Maison Margiela, maakte het in zijn Dior-tijd wel heel bont. Hij beschreef zijn collecties gerust als Anna Karenina die Rusland ontvlucht naar Schotland, waar ze verliefd wordt op een gekke hertog, gaat gokken en gin drinkt. Maar over het algemeen kun je met een beetje fantasie vaak wel een link leggen tussen de inspiratiebron van de ontwerper en de collectie die daaruit voortkomt. Hoe zou dat gaan bij Neuzen, de experts die geuren ontwikkelen? Zij moeten ook elke keer weer iets nieuws verzinnen in een wereld die al duizenden parfums kent.
Sexy en comfortabel
Gelukkig worden velen van hen van tevoren een bepaalde kant op gestuurd door hun opdrachtgever: een bepaald parfum- of modehuis (denk Chanel of Lancôme) dat weer een nieuwe parfum op de markt wil brengen. Zij verstrekken een parfumeur een briefing waarin te lezen valt voor wie de geur is bedoeld, wat hij ongeveer moet kosten, hoe het flesje eruit zou moeten zien en o ja: hoe het parfum zou moeten ruiken. Zo’n brief kan vele pagina’s lang zijn of extreem kort. Befaamd is het verhaal van parfumeur Calice Becker. Voor wat uiteindelijk de wereldberoemde geur J’Adore van Dior werd, moest hij aan de slag met As sexy as a stiletto and as comfortable as a pair of Tod’s.
Virginia Woolf
Als we ruiken voelen we, wordt weleens gezegd. Geur is bij uitstek verbonden aan persoonlijke herinneringen. De kans dat mijn associatie bij een bepaald parfum dezelfde zal zijn als die van de maker, lijkt me niet groot. Ik mijmerde over dit alles omdat ik een parfum had gekregen waarvoor de maker zich had laten inspireren door een tijd, plaats en groep waarover ik toevallig veel weet. Als scholier raakte ik in de ban van de schrijfster Virginia Woolf; ik las alles over haar en de vriendengroep waartoe zij behoorde.
Bloomsbury
Die Bloomsbury Group was een vrijgevochten gezelschap Britse schrijvers, schilders en denkers die zo ongeveer tussen 1910-1920 zijn bloeitijd beleefde. Ze kwamen vaak bij elkaar in Charleston, het volgeschilderde huis van de schilders Vanessa Bell en Duncan Grant in Sussex. Tegenwoordig is het een museum dat ik vaak heb bezocht. De ‘Master Perfumer’ van parfumhuis Jo Malone, Yann Vasnier, ontwikkelde dit voorjaar vijf op de ‘Bloomsbury Set’ geïnspireerde geuren. “Wat ik in het bijzonder aantrekkelijk vond aan Bloomsbury, was het naast elkaar plaatsen van huiselijkheid en eenvoud in een ontzettend intellectuele omgeving,” sprak hij na een bezoek aan Charleston.
Hyacinten
Kunt u zich er iets bij voorstellen, gerelateerd aan een geur? Ik niet – maar ik was benieuwd of ik míjn Bloomsbury zou herkennen in Vasniers creatie. Ik spoot wat Blue Hyacinth Cologne op de binnenkant van mijn polsen, sloot mijn ogen en snoof… Ja, hyacinten inderdaad. Zouden die in de fraaie tuin van Charleston staan? Het zou zomaar kunnen, ik ben er nog nooit in de lente geweest. Ik vond het een fijne geur, die goed overdag te dragen is. Maar Bloomsbury? Wie weet. Het is natuurlijk ook maar net wat je wílt ruiken.