Geld op een spaarrekening? Levert zo goed als geen cent aan rente meer op. Toch sparen we stug door. Zelfs als we daarmee onze economie om zeep helpen. De spaarzin wordt je in Nederland letterlijk met de paplepel ingegoten: Een appeltje voor de dorst, Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen, Wie wat bewaart heeft wat, Sparen doet garen – het wemelt in de Nederlandse taal van de wijze woorden die waarschuwen voor al te lichtzinnig gedrag met geld. En we leven ze keurig na.
Dag vermogensbehoud
Maar heeft oppotten wel zin? Sparen doe je vooral om later iets met dat geld te kunnen doen. Daarvoor is het in de eerste plaats van belang dat je vermogen intact blijft. Als het even kan, zou dat zelfs moeten groeien. Zeker als je spaart voor latere doelen zoals je pensioen of de aflossing van een hypotheek. Dat is bij de huidige rentestand een hele opgave. Een doorsnee spaarrekening levert zó weinig op dat je er niet eens de vermogensbelasting van 1,2% mee terugverdient, laat staan de inflatie die elk jaar je koopkracht een beetje aantast. Kortom, van sparen word je op dit moment langzaam maar zeker armer. Alleen als je meer risico neemt met het spaargeld – bijvoorbeeld door het te beleggen – bestaat er een kans dat je vermogen groeit. Maar dan heb je ook kans op verlies en daar voelt niet iedereen zich even prettig bij. In een wereld met een extreem lage rente – niet alleen hier, in grote delen van de geïndustrialiseerde wereld – is vermogensgroei en zelfs vermogensbehoud simpelweg geen vanzelfsprekende zaak meer.
Geld moet rollen
De neiging om toch maar geld opzij te willen zetten is desondanks sterker dan ooit. En als verzekering voor mogelijk onheil is dat ook best te verdedigen. Toch is het maar de vraag of het wel zo verstandig is als iederéén zo denkt. De zin of juist zinloosheid van sparen is een van de grootste tegenstrijdigheden in de economie. Want wat voor iedereen afzonderlijk een verstandige beslissing lijkt – geld opzij zetten voor later – kan voor de economie als geheel juist desastreus uitpakken.
Sparen is geen deugd
Econoom Robin Fransman schreef er een boek over: Sparen is geen deugd. Hij haalt er een eenvoudig economisch principe bij om dat uit te leggen. Als iemand besluit zijn geld niet uit te geven maar op te sparen, betekent dat dat degene die dat geld anders zou hebben ontvangen – een winkel, restaurant, luchtvaartmaatschappij, tuincentrum, noem maar op – inkomsten misloopt. Hoe meer mensen besluiten geld te sparen in plaats van uit te geven, hoe meer anderen daardoor van inkomsten worden ‘beroofd’. En dat kan dramatische gevolgen hebben voor de economie. Hoe meer er wordt gespaard, hoe minder geld er namelijk ‘rolt’. En dat rollende geld is wat de economie draaiende houdt. Valt dat weg, dan zetten bedrijven minder om, is er minder winst beschikbaar om te investeren in nieuwe producten en verdwijnen er banen. Dat soort boodschappen in krantenkoppen associëren we met recessie en moeilijke tijden. En dan is de eerste reflex van mensen: nóg meer sparen.
Ongewenste effecten
Zo kan excessief spaargedrag ook nog eens leiden tot een grotere ongelijkheid tussen de haves en de have-nots: mensen die al vermogen hebben en zij die het nog moeten opbouwen. Het van nul af opbouwen van vermogen, wordt alleen maar moeilijker. Want spaarwoede heeft ook nog eens als bijeffect dat de rente hardnekkig blijft dalen. Kijk maar wat er in Europa gebeurt: in een poging om het opgepotte spaargeld terug in het economische verkeer te dwingen, heeft de centrale bank in Frankfurt de rente tot bijna nul omlaag geschroefd. Tot nu toe zonder al te veel effect. Want we blijven sparen of ons leven ervan afhangt. Vanuit verschillende hoeken wordt daarom steeds vaker gepleit voor minder orthodoxe maatregelen om het geld uit de spaarpotjes en in omloop te krijgen. Hogere belasting op vermogen is zo’n mogelijkheid. Bedrijven belonen als ze meer investeren is een andere.
Nog maar een tegeltje?
Ook een idee is simpelweg de lonen flink te verhogen. Of mensen dan niet nóg meer opzij gaan zetten? Nee. Niet als de loonstijging wordt gecombineerd met een hogere vermogensbelasting, bijvoorbeeld. Dan wordt het slimmer om dat extra inkomen te gebruiken voor consumptie, en niet om op te sparen want dat wordt harder bestraft. Maar ja, er is ook nog zoiets als psychologie. Het is voor de meeste mensen maar moeilijk voor te stellen dat domweg consumeren op termijn misschien beter voor ze is dan heel braaf geld opzij blijven zetten. Misschien is de best mogelijke maatregel nog wel om iedereen een tegeltje te geven met dat ene spreekwoord in onze taal dat wél onverantwoord financieel gedrag aanmoedigt: Geld moet rollen.
Tekst: Pieter Kort (1965). Hij is hoofdredacteur van platform IEX.nl