Een boek dat je in verwarring achterlaat
James is, omdat hij wanen had, opgenomen in een sanatorium. Zijn waanideeën verdwijnen niet. Zo denkt hij dat hij gemarteld wordt en praat hij met een rat. Ook beeldt hij zich in, of is het echt zo- als lezer kom je daar niet achter- dat hij getrouwd is met Ana en een dochtertje heeft, Penelope genaamd. In zijn verbeelding steken angstdromen de kop op die er voornamelijk uit bestaan dat Penelope iets overkomt. Als Penelope dan ook werkelijk (?) verdwijnt, raakt James nog meer in paniek.
Het verhaal wordt door drie personages verteld: James, Ana en Penelope. Als lezer weet je dus niet of deze Ana en Penelope echt bestaan of door James zijn verzonnen. De dialogen zijn levensecht en erg mooi, maar het verhaal wordt hoe langer hoe ingewikkelder en verwarrender. James vindt Penny terug, maar in zijn optiek is ze slechts een paar dagen vermist, terwijl Ana spreekt over vijf maanden. Bizar en onwaarschijnlijk is dat Penelope, die zeven jaar was toen ze verdween, zich niets meer van haar verdwijning herinnert.
Doordat James in het begin al zegt dat Ana en Penelope verzonnen zijn, lees je minder verzonken/meelevend en wordt er meer afstand gecreëerd. Wat mij wel raakte waren de beschrijvingen van de angst van Penelope om net als haar vader te worden. Het boek laat je in verwarring achter. Samen met James blijf je met de vraag zitten wat wel en niet echt is en wat er nu precies is gebeurd toen Penelope verdween. Het onbevredigende einde draagt bij aan dit onbehagelijke gevoel. Onduidelijk is voor mij wat de schrijfster met dit boek heeft willen zeggen.
Nienke van Ijsselmuiden