De naam van de hoofdpersoon van het boek, is tevens de naam van de schrijver, n.l. Martijn Neggers. Het is echter geen autobiografisch verhaal al heeft de schrijver wel wat elementen uit zijn eigen leven in het verhaal verwerkt. De hoofdpersoon in het boek is veel ouder dan de schrijver op dit moment is.
De hoofdpersoon, Martijn is op zoek naar een groter iets, wat betreft werk, relaties en vrienden. Hij is echter een beetje een sneu, verlegen , teruggetrokken figuur. Alle pogingen die hij onderneemt om een hoger doel te bereiken lopen op niets uit. Hij geeft snel op, houdt geen enkele baan vast, hetzij doordat hij niet geschikt is
en ontslagen wordt, hetzij doordat hij zelf ontslag neemt omdat het botst met zijn
collega’s c.q. werkgever.
Martijn heeft op het eind van zijn leven 2 vrienden, Woef en André, waarvan André het meest voor hem betekent. Hij woont zelfs een tijdje bij André in, totdat André het huis uitgezet wordt. Ze vertrekken dan samen naar Berlijn, waar ze tegen allerlei problemen aanlopen.
Met de relaties van Martijn –als je al van relaties kunt spreken- wil het niet echt vlotten. Hij is te verlegen en weet zich geen houding te geven t.o.v. vrouwen. Hij loopt altijd tegen vrouwen aan die zelf problemen hebben, instabiel zijn, wat de omgang niet vergemakkelijkt. Een vaste relatie komt er nooit van.
Om zijn vrije momenten nog enigszins nuttig te besteden, start hij al jong een project. Hij archiveert herinneringen, ontmoetingen met mensen die hij korter of langer heeft gekend. Hij werkt hier elke dag 2 uur en dan ook precies 2 uur en geen minuut korter of langer. De mensen die hij gearchiveerd heeft komen in zijn verhaal voorbij.
Uiteindelijk overlijdt Martijn op hoge leeftijd, alleen zonder vrouw en vrienden. Zijn levenswerk, zijn archief wordt vernietigd. Er blijft als het ware niet meer van hem over.
Het boek “De mensen die achterbleven”, is een treurig verhaal over eenzaamheid en idealen die nooit uitkomen. Een hoger doel wordt nooit bereikt. Toch boeit het boek, je komt steeds een beetje meer te weten over de persoon Martijn en de mensen die vluchtig of langere tijd in zijn leven zijn geweest.
Het boek blijft je aandacht vasthouden tot de laatste zin. Deze zin :”Mijn laatstejaren waren grijs en ledig en roken naar wortelstamp- naar soep en wortelstamp” dekken de lading van het boek. Martijn zijn hele leven was grijs en ledig, zoals dat van zoveel mensen.
Het boek is een echte aanrader, het blijft boeien tot de laatste bladzijde.
C. Veen