Orange is the new black is een serie die zich afspeelt in een vrouwengevangenis. Als ik dat hoor beginnen er meteen allerlei rode vlaggen te wapperen. Het is al gedaan, het is te vaak gedaan, het is dubieus en kan heel snel heel lelijk en plat worden. Maar ik heb met een zucht van verlichting en veel optimisme gekeken omdat de serie niet alleen blijkt te verrassen, maar zelfs op verschillende punten verbaast. Waarom? Omdat er humor in zit. En kom daar maar
eens om in een gevangenisverhaal.
Het is een knap gemaakt drama, doordrenkt met een onvoorspelbare stroom humor, ernst en indrukwekkende karakters met een rijk en vaak verrassend verleden. De serie vertelt het verhaal van Piper Chapman (een briljante Taylor Schilling), een 32-jarige vrouw die verloofd is met een charmante jongeman en een gelukkig en overzichtelijk leven leidt. Er is slechts één probleem: in een ver verleden heeft ze een fout gemaakt, ze heeft drugsgeld gesmokkeld voor een vrouw met wie ze destijds een relatie had. En daar moet ze tien jaar later alsnog voor boeten: vijftien maanden brommen. Taylor Schilling is zo geloofwaardig als Piper dat je vanaf de eerste scène aan haar lippen hangt. Ze is lief, ze is schattig, ze is grappig. Je gelooft meteen dat ze tien jaar geleden een enorme fout heeft gemaakt, je vergeeft het haar en je leeft met haar mee als ze wordt opgesloten.
Orange is the new black is boven alles vooral verrassend. Het biedt voortdurend meer dan je verwacht. De karakters zijn prachtig uitgewerkt, vooral door de flashbacks waarin duidelijk wordt hoe ze in de nor terecht zijn gekomen. Al die criminele lelijkerds krijgen zo een menselijk gezicht. Na twintig minuten zat ik al te grienen. Need I say more?
Marian Mudder
Het derde seizoen van Orange is the New Black gaat op 12 juni van start.