Net naast de Monthy Python-reünie gegrepen van vorig jaar? Niet getreurd! De autobiografie van John Cleese is net verschenen.
Cleese beschrijft zijn leven vanaf zijn kindertijd tot aan de reünie. Het begin van het boek is al hilarisch. Hij geeft doodleuk toe dat hij in zijn beginjaren geen vrienden had, omdat hij zo’n lulletje was. Verwend door zijn ouders omdat hij enig kind was, bang voor alles en huilerig. De band met zijn moeder is niet erg sterk, wat hij op een treurige, en tegelijk grappige manier vertelt.
Daarnaast maakte hij zich niet populair omdat hij dacht dat het leuk en grappig was om mensen voor hun kont te schoppen. Dit had hij namelijk op televisie gezien.
In een totaal oncreatieve jeugd, komt Cleese erachter wat hij graag wil doen. Grappen maken vindt hij heerlijk. De lach van het publiek net zo. Toch duurt het nog even voor hij er echt mee aan de slag gaat. In een tussenjaar, net na de middelbare school, geeft Cleese les aan kinderen, terwijl hij geen idee heeft waar de stof over gaat. Daarna studeert hij rechten op Cambrigde, waar hij Graham Chapman ontmoet: zijn schrijfpartner voor de komende twintig jaar.
Verder schrijft hij over zijn ontmoetingen en ervaringen met collega’s Peter Sellers, David Frost en Marty Feldman en vertelt hij over de hoogtijdagen van Monty Python. Ondertussen legt Cleese uit wat er zo geweldig is aan cricket, lezen we alles over zijn schoolervaringen en over zijn carrière. Een heerlijk boek, vol mooie herinneringen, grappige verhalen, anekdotes en mooie en minder mooie ervaringen.
John Cleese
– Kortom… de autobiografie
(Prometheus, €19.95 )