Als er één schilderij is dat een boel heeft doorstaan, dan is dat Who’s afraid of Red, Yellow and Blue III wel . Het werk heeft een bak ellende over zich heen gehad, maar is vanaf nu weer te bezichtigen.
Zijn lijdensweg in een tijdlijn:
1966
Enkele jaren voor zijn dood schildert de Amerikaanse kunstenaar Barnett Newman het doek met drie kleuren. U mag raden welke.
1969
Museumdirecteur Edy de Wilde van het Stedelijk Museum koopt het werk; hij was verantwoordelijk voor de introductie van Amerikaanse kunst in Nederland.
1986
Het noodlot slaat toe: een verwarde bezoeker beschadigt het doek flink met een stanleymes. Vier lange horizontale en vier verticale incisies ruïneren het schilderij.
1987
Het werk moet gerestaureerd. Na een lange studie wordt het advies van Newsmans weduwe opgevolgd: de Amerikaanse Daniël Goldfreyer wordt de restaurator.
1991
De restauratie is klaar, het is tijd voor de onthulling van het herboren kunstwerk. Maar er blijkt iets mis: voor de rode overschildering heeft Goldreyer xyleen gebruikt. Dat is een oplosmiddel dat de oorspronkelijke verf van Newman zou hebben aangetast.
1992
De ellende rond het doek veroorzaakt het sneuvelen van een cultuurwethouder, die belangrijke informatie over de restauratie zou hebben achtergehouden.
1997
De zaak tegen de restaurateur wordt in 1997 beslecht. Amsterdam gooit de handdoek in de ring. Het doek wordt nog één keer tentoongesteld en daarna blijft heel, heel lang stil rondom Who’s afraid of Red, Yellow and Blue III.
2010
De zaak wordt weer actueel doordat een kunsthistoricus het rapport uit 1991 over het doek opvraagt. Twintig jaar lang lag het dossier in een kluis.
2014
En eindelijk, na al die jaren en ellende: hij hangt er weer. Who’s afraid of Red, Yellow and Blue III is weer te zien in het Stedelijk Museum. Voor de zekerheid extra beveiligd.
De hele reconstructie lezen? Kijk dan hier.